Handelsfactoren. Gunstige ligging:
- Engeland, de grootste wol leverancier, lag in de buurt.
- Aansluiting bij het belangrijkste handelsnetwerk--->
12e en 13e eeuw: jaarmarkten in Champagne (Noord-Frankrijk). Italiaanse kooplieden reisden hiernaartoe om hun luxeproducten af te zetten voor de Franse markt + handel te drijven met Vlaamse en Artesische kooplieden.
Via die Franse jaarmarkten is Atrecht onderdeel geworden van een handelsnetwerk met Noord-Italiaanse stadstaten. Laken verspreidde zich verder in Frankrijk, Italië en het Iberisch schiereiland. De Italianen voerden het door naar havensteden aan de Zwarte en Middellandse Zee. De Atrechtse kooplieden werden zo rijker en machtiger:
- Gingen zich organiseren in koopliedengilden (afspraken over laken + zorgen voor elkaar).
- Hadden grote invloed op stadsbestuur dankzij economische positie; voor hoge rente geld lenen aan bv. Gent/graaf van Vlaanderen.