This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
W36
3B2
Lesson 1
Slide 1 - Slide
Your goals
Je weet wanneer en hoe je de past simple moet gebruiken (recap)
Je weet wanneer who en wanneer which te gebruiken (instruction+exercises)
Slide 2 - Slide
Check your answers
Slide 3 - Slide
So, what is the correct form of the verb in the past simple: allow
A
allow
B
allowd
C
allowed
Slide 4 - Quiz
So, what is the correct form of the verb in the past simple: introduce
A
introduce
B
introduced
C
introduceed
Slide 5 - Quiz
So, what is the correct form of the verb in the past simple: eat
A
eat
B
eated
C
ate
D
ated
Slide 6 - Quiz
So, what is the correct form of the verb in the past simple: stay
A
stay
B
stayd
C
stayed
D
staied
Slide 7 - Quiz
So, what is the correct form of the verb in the past simple: lose
A
lose
B
losed
C
losd
D
lost
Slide 8 - Quiz
So, what is the correct form of the verb in the past simple: label
A
label
B
labeld
C
labeled
D
labelled
Slide 9 - Quiz
Betrekkelijke voornaamwoorden
Woorden die naar iets anders verwijzen
WHO and WHICH ( not witch)
Slide 10 - Slide
Wat is een betrekkelijke bijzin?
Als je extra informatie over iets of iemand wilt geven, gebruik je een relative clause (betrekkelijke bijzin)
Zo'n zin begint meestal met who, which of that.
In het nederlands gebruik je 'die' of 'dat'
Slide 11 - Slide
Wat is een betrekkelijke bijzin?
Een betrekkelijke bijzin in het Nederlands:
Mijn moeder, die alle dagen van de week werkt, is altijd moe
Slide 12 - Slide
Wat is een betrekkelijke bijzin?
Een betrekkelijke bijzin in het Engels:
Sam, who lives next door, is my best friend
Slide 13 - Slide
How to use it?
Who - bij personen Na het onderwerp
Which - dieren en dingen Na het onderwerp
Je mag who en which vervangen door thatals er geen komma staat voor de bijzin. Die bijzin kun je niet weglaten omdat je dan niet meer begrijpt over wie of wat het gaat.
Slide 14 - Slide
The woman ... helped us at the tourist office advised us to take the City Bus Tour
A
who
B
which
Slide 15 - Quiz
People ........ live in Beverly Hills are often quite rich.