Distributie
1 / 19
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat betekent het woord logistiek?
A
Goederen opslaan
B
Alles rondom de goederenstroom
C
Goederen verzenden
D
Goederen maken
Slide 2 - Quiz
Wat is een centraal magazijn
A
Magazijn wat centraal in de winkel zit
B
Magazijn die makkelijk bereikbaar is en voor meerdere winkels
C
Magazijn die middenin Nederland ligt
Slide 3 - Quiz
Waar is een distributiekrat voor?
A
Voor kleine losse goederen
B
Grote pakketjes
C
Breekbare spullen
D
Pallets
Slide 4 - Quiz
Wat is geen functie van Logistiek
A
Inslag van goederen
B
Opslag van goederen
C
Beslag van goederen
D
Uitslag van goederen
Slide 5 - Quiz
Wat is een ander woord voor colli?
A
Hondje
B
Logistiek
C
Pallet
D
Verpakking
Slide 6 - Quiz
Wat staat er niet op de vrachtbrief
A
Aantal dozen
B
Aantal artikelen
C
Adres ontvanger
D
Datum
Slide 7 - Quiz
Welke verpakkingssoort beschermt goed tegen bederf
A
Hout
B
Papier
C
Metaal
D
Kunststof
Slide 8 - Quiz
Omzetsnelheid is ....
A
Hoe vaak de gemiddelde voorraad per jaar wordt verkocht
B
Hoelang een product gemiddeld op voorraad ligt
C
Hoe snel de omzet per jaar groeit
D
Hoeveel je per jaar verkoopt.
Slide 9 - Quiz
Een medewerker moet bij het order picken goed alles scannen anders wordt de voorraad niet bijgewerkt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Functies van verpakkingen
A
Stapelbaar maken
B
Bundelen
C
Schoonhouden
D
Aantrekkelijk maken voor de consument
Slide 11 - Quiz
Backorder is een ander woord voor
A
Nalevering
B
Teruglevering
C
Bestelling
D
Spullen die over datum zijn
Slide 12 - Quiz
Als je verse producten uit China laat komen welk vervoersmiddel kun je dan het beste kiezen?
A
Met de boot
B
Met de vrachtwagen
C
Met de trein
D
Met het vliegtuig
Slide 13 - Quiz
Als je alleen goederen verkoopt via de winkel dan spreken we van:
A
Crosschannel distributie
B
Singlechannel distributie
C
Omnichannel distributie
D
Multichannel distributie
Slide 14 - Quiz
Als je extra service wilt bieden dan besteed je het transport uit?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Bederf is een voorbeeld van criminele derving?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Wat is inventariseren
A
Het aankopen van inventaris
B
Het bestellen van goederen
C
De weg die de goederen afleggen in het bedrijf
D
Het tellen van de voorraad
Slide 17 - Quiz
Welke afkorting staat voor het magazijn regel systeem
A
MWS
B
WMS
C
SMW
D
WSM
Slide 18 - Quiz
Waar staat de HACCP code voor?
A
Code voor opslaglocatie
B
Code voor de symbolen
C
Code voor hygiëne
D
Code voor bestellen
