01-02

Welcome!
  •  Stop je telefoon in de telefoontas
  • Laptop op tafel, maar laat hem dicht!
  • Leg een pen en papiertje op tafel.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welcome!
  •  Stop je telefoon in de telefoontas
  • Laptop op tafel, maar laat hem dicht!
  • Leg een pen en papiertje op tafel.

Slide 1 - Slide

Vandaag
  •  We gaan even kort herhalen wat jullie net gedaan hebben.
  • Daarna nog meer manieren om vragen te stellen in het Engels.

  • Lesdoel: Aan het eind van de les kun je vragen stellen in het Engels.

Slide 2 - Slide

Wat weten jullie nog van de vorige les?
  •  Vragen stellen
  • Do/Does
  • Wie weet het verschil tussen do/does?
  • Schrijf een vraag met "do"
  • Schrijf een vraag met "does"
  • Voorbeeld: Do you like pizza?
  • Voorbeeld: Does he like pizza?

Slide 3 - Slide

Vragen stellen: Wh-woorden
  •  Do/Does vragen zijn altijd ja/nee vragen.
  • Je hebt ook vragen die een langer antwoord nodig hebben.
  • Die vragen beginnen vaak met: Wie, wat, waar, wanneer, welke, waarom en hoe.
  • Vertaal deze woorden naar het Engels
  • Who, what, where, when, which, why, how.

Slide 4 - Slide

Wh-woorden
  •  Who - wie
  • What - wat
  • Where - waar
  • When - wanneer
  • Which - welke
  • Why - waarom
  • How - hoe

Slide 5 - Slide

Opdracht maken: 24
  •  Ga naar je online boek: Library
  • File 3: opdracht 24
  • Zet het juiste wh-woord in de zin.
  • Het kan je helpen om de zin in je hoofd naar het Nederlands te vertalen.
  • Eerst zelf even proberen, daarna samen nakijken.
  • Je hebt hier 5 minuten voor.
timer
5:00

Slide 6 - Slide

1. What can I do for you?
2. Who will help you to pick a costume?
3. Who is on the phone, Lisbeth?
4    What size are you, John?
5     When will I receive my costume? Next week?
6     How much did it cost?
7. Why  did you pick that costume? Did you like the colours?
8. When is your party, Kevin? Saturday night?
9 . Who is coming with you tomorrow?
10. What  time does the party start?
11 . Why is Lisa not coming over?
12 . How do I look?

Slide 7 - Slide

Opdracht 23
  •  Maak het telefoongesprek compleet
  • Werk samen met degene naast je
  • Vertaal de aanwijzingen tussen haakjes
  • Voorbeeld: 
  • Shopkeeper:  Hello, Costume Craze speaking, how can I help you?
    You: Hello, I am miss Huizing (stel jezelf voor).

Slide 8 - Slide

Opdracht 23
  •  Maak de opdracht: lees de instructies goed door
  • Maak het telefoongesprek af door de aanwijzingen te vertalen.
  • Je mag overleggen, maar doe dit fluisterend.
  • Je hebt 5 minuten voor deze opdracht.
  • Klaar? Oefen het gesprek met je buurman of buurvrouw.
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Nakijken
1. How can I help you?
2. This is .... speaking.
3. What would you like to tell me?
4. I need a costume.
5. Do you still have a disco costume?
6. I need a size XL.
7. How much is the costume?
8. When will you send my costume?
9. Thank you for your help.
10. Bye/Goodbye.


Slide 10 - Slide

Zelfstandig aan de slag
  •  Fluisterend aan het werk tot 13:05
  • Maak opdracht 14 tot en met 25 af
  • Ben je klaar, kom bij mij langs om na te kijken, en een werkblad te pakken.
  • Hulp nodig? Steek je vinger op.

Slide 11 - Slide

Log in in de LessonUp met je laptop.
Ga naar lessonup.app.
De code zie je linksonder in het scherm.
Je hebt 2 minuten om in te loggen
timer
2:00

Slide 12 - Slide

Welke van de WH-woorden moet je gebruiken? .... is the party? Tomorrow or next week?
A
Who
B
Where
C
When
D
How

Slide 13 - Quiz

Bedenk een Engelse vraag met do/does. Vraag of Lisa van soep houdt.

Slide 14 - Open question

Vraag aan iemand in het Engels: Waar woon je?

Slide 15 - Open question

Tot vrijdag!
Vrijdag gaan we een spreekopdracht doen met het stellen van vragen.

Slide 16 - Slide