This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat voor dag is het vandaag? (niet dinsdag/15 septemer)
Slide 2 - Open question
Prinsjesdag
Troonrede: Koning Willem-Alexander leest in zijn functie als staatshoofd, namens de regering de troonrede voor. In de troonrede schetst de regering hoe het gaat met Nederland en wat de belangrijkste plannen van de regering zijn voor het komende jaar.
Miljoenennota: een algemene toelichting van de Nederlandse regering op de verwachte inkomsten en de uitgaven in de Nederlandse Rijksbegroting voor een jaar.
Regering: Koning + ministers
Slide 3 - Slide
Wat gaan we doen?
Uitleg sociaal-maatschappelijk
Aan de slag
Laten zien wat je hebt (inleiding, sociaal maatschappelijk)
Slide 4 - Slide
Met welke dimensie zijn we nu bezig?
Slide 5 - Open question
4 dimensies burgerschap
Vitaal burgerschap
Politiek-juridisch
Sociaal-maatschappelijk
Economisch
Slide 6 - Slide
Je hebt na vandaag...
Inleiding: Welk onderwerp heb je gekozen? Waarom heb je voor dit onderwerp gekozen? Beetje informatie.
Sociaal-maatschappelijk: bij iedereen verschillend, wat heeft jou onderwerp met sociaal-maatschappelijk te maken?
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Identiteit
het b eeld wat van jezelf hebt en wat je aan anderen laat zien.
Slide 9 - Slide
Cultuur
Alle normen, waarden en gewoonten van een groep mensen.
Normen: gedrag dat jij normaal vind, iets wat vanzelfsprekend is.
Waarden: iets wat belangrijk wordt gevonden door jouzelf of een groep (de samenleving)
Slide 10 - Slide
Subculturen
Etnische subculturen: Uit welk land kom jij of je ouders?
Religieuze subculturen: Waar geloof je in? Islam, christendom, boeddhisme, atheïsme.
Subculturen bij jongeren: Gabbers, punkers, gamers, emo's, hipsters
Slide 11 - Slide
Aan de slag!
Ik ga een voor een bij jullie langs.
Je deelt je scherm en laat zien wat je hebt.
Slide 12 - Slide
Wat heb je het afgelopen half uur toegevoegd aan je verslag?
Slide 13 - Open question
Je hebt bronnen gebruikt. Welke bronnen waren voor jou het meest nuttig?
Slide 14 - Open question
In je verslag...
Kopieer je niet van het internet, maar schrijf je in je eigen woorden.
Schrijf je je informatie in 'verhaalt-stukjes' en niet in punten.