HFD 7 - TOETSVOORBEREIDING

Hoofdstuk 7; Besluiten en besturen

Lesinhoud:
  • Quiz
  • Test jezelf (zelfstandig)
  • Afsluiten! TIP TIP TIP



Doel van de les: HERHALEN HERHALEN
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7; Besluiten en besturen

Lesinhoud:
  • Quiz
  • Test jezelf (zelfstandig)
  • Afsluiten! TIP TIP TIP



Doel van de les: HERHALEN HERHALEN

Slide 1 - Slide

Het begrip 'vrijemarkteconomie' (vrijheid om een eigen bedrijf te starten) hoort bij?
A
kapitalisme
B
communisme
C
beide ideologieën

Slide 2 - Quiz

In welke politieke stroming staat het geloof centraal?
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Nationalisme
D
Confessionalisme

Slide 3 - Quiz

Vrijemarkteconomie
A
Westen
B
Oosten

Slide 4 - Quiz

Soms wil een volksvertegenwoordiging direct van de burgers weten hoe ze over iets denken. Hoe heet dit?
A
Referendum
B
Openbaar
C
Publieke tribune
D
Kandidaat

Slide 5 - Quiz


Wat is sociale controle?
A
Dat je je buren kent.
B
Dat mensen op elkaar letten, zodat iedereen zich aan de regels houdt.
C
Een controlfreak.
D
Alles doen wat je ouders zeggen.

Slide 6 - Quiz

Communisme
A
Vrijemarkteconomie
B
Planeconomie

Slide 7 - Quiz

Wat doet het Europees Parlement?
A
Controleert of de EU goed bestuurt wordt. Ook beslissen ze me welke wetten er worden ingevoerd
B
Bedenkt wetten en zorgt ervoor dat landen de wetten ook uitvoeren
C
Beslist wie er gelijk heeft als EU-landen hebben
D
Neemt de belangrijkste beslissingen in de EU

Slide 8 - Quiz

Wat is geen politieke stroming?
A
Liberalisme
B
Midden
C
Sociaal-democraten
D
Christen-democraten

Slide 9 - Quiz

De regering bestaat uit...
A
Eerste en Tweede kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
D
Parlement en Koning

Slide 10 - Quiz

Welke politieke stroming wilt zo min mogelijk belasting?
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen

Slide 11 - Quiz

Wat is de definitie van het begrip beleid?
A
Een plan waar niet goed over nagedacht is
B
Een plan dat uitgevoerd wordt, zonder wetten en regels
C
Een doordacht plan, met een duidelijk doel voor ogen
D
Wetten en regels

Slide 12 - Quiz

De Russische Revolutie heeft geleid tot communisme in ...
A
Oost Europese landen
B
West Europese landen
C
Zuid Europese landen
D
Noord Europese landen

Slide 13 - Quiz

Wat is een voorbeeld van sociale controle?
A
Iemand aanspreken dat hij zijn afval in de prullenbak moet gooien.
B
Verkeersboete uitdelen door de politie.
C
Je fiets op slot doen.
D
Belasting betalen.

Slide 14 - Quiz


Wat betekent ruimtelijke ordening?
A
Het opruimen van een park.
B
Voorbereiden op een ruimtemissie.
C
Beleid over het inrichten van de ruimte.
D
Het inrichten van de school.

Slide 15 - Quiz

Hoofdstuk 7; Besluiten en besturen

Maken
Test jezelf:

Hoofdstuk 7



Klaar?! Maak test jezelf hoofdstuk 6
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Hoofdstuk 7; Besluiten en besturen

TIP TIP TIP:

Bij elke vraag!

Denkstap:
"Wat wil die persoon van mij"?

Slide 17 - Slide