Classicisme

Classsicisme
   1750-1810


1 / 21
next
Slide 1: Slide
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Classsicisme
   1750-1810


Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij Classicisme?

Slide 2 - Mind map

Algemene kenmerken:
- tijd van de verlichting
- de mens is redelijk, belezen en op zoek naar vernieuwing
- geen blind geloof in God meer
- opstand van geleerden, filosofen en kunstenaars
- verafschuwing Barok
- strakke vormen klassieke oudheid (Griekse tempels)


Slide 3 - Slide

Welke afbeelding past het beste bij deze stijlperiode?
A
B
C
D

Slide 4 - Quiz

muziek algemeen
Strenge symmetrische vormen 

Tonaliteit
Grondtoon en kwint 
Dramatische ontwikkeling (contrasten)
Weense school (componisten)

Orkest

Slide 5 - Slide

muzikale thema's
4.1
motief
gebroken drieklanken
voorzin (1e vier maten)
nazin (laatste 4 maten)
=
periodische zinsbouw
> thema

Slide 6 - Slide

Bekijk het thema op blz. 42.
Beschrijf het contrast tussen A en B.
Gebruik hiervoor de volgende begrippen:
piano/forte, legato/accent, strijkers, tutti

Slide 7 - Open question

Hoofdvorm 4.2

Expositie: thema 1 + thema 2, overgangszin, slotgroep
Doorwerking: gebruik thema's of nieuw materiaal, modulaties
Reprise: ontspanning, herhaling Expositie in hoofdtoonsoort
Eventueel coda (afsluiting muziekstuk
Operahuis

Slide 8 - Slide

Tekst
kenmerken hoofdvorm
expositie
doorwerking
Reprise
modulaties
slotstuk
rondo
menuet
slagwerk
strijkers
adagio
opera
soloconcert

Slide 9 - Drag question

Menuet & Rondo
Luchtiger van karakter
ontspannen vermaak

Menuet: dans in 3/4 - ABA
Rondo: thema (refrein) + couplet - ABACADAFA
Trio 
Wiener Mozart Orchester

Slide 10 - Slide

Welk contrast hoor je tussen menuet en trio.
Kies uit de volgende woorden:
piano/forte, strijkers/blazers,
een- of meerstemmig, afgemeten/lieflijk

Slide 11 - Open question

4.4
Het symfonieorkest

Slide 12 - Slide

Wat heb je meegekregen uit dit filmpje over de opbouw van een symfonie?

Slide 13 - Mind map

Symfonie

Allegro: hoofdvorm, snel

Adagio: ABA of thema met variaties, langzaam

Menuet: dans, 3/4, ABA

Finale: allegro of presto, uitbundig, hoofdvorm of rondo

Slide 14 - Slide

Opera & diversen
opera blijft populair
> komische opera
strijkkwartet: twee violen, altviool, cello + 4 delen
soloconcert: 3 delen, snel/langzaam/snel
klavecimbel > piano(forte)

duet Papageno
Die Zauberflote 

Slide 15 - Slide

W.A.Mozart

1756 - 1791
Componist, pianist, violist en dirigent.
Mozart was een wonderkind, dat op uitzonderlijk jonge leeftijd viool, klavecimbel en orgel speelde en kwalitatief hoogstaand werk componeerde.
Bekende werken: Requiem, die Zauberflöte soloconcerten, symfonieën en strijkwartetten.

Slide 16 - Slide

Wie componeerde dit stuk?
A
Wolfgang.A. Mozart
B
Joseph Haydn
C
Ludwig van Beethoven
D
Franz schubert

Slide 17 - Quiz

Ludwig van Beethoven
1770-1827
 Duitse componist, musicus, virtuoos en dirigent. Hij bracht het classicisme tot voltooiing en leidde de romantiek in.
bekende werken:
9e symfonie (ode an die Freude)
Moonlightsonate
Fidelio
Missa Solemnis
 Für Elise

Slide 18 - Slide

Welke soort stukken worden
in het filmpje genoemd en
leg uit wat de kenmerken zijn.

Slide 19 - Open question

Joseph Haydn
1732-1809
Oostenrijk, docent Mozart.
Moeilijke jeugd gehad, ouders wilden priesterschap. Uiteindelijk gekozen om muziekles te geven. Zo aan het hof gekomen waar hij hofcomponist werd bij vorst Paul II Anton Esterházy.
Ontwikkeling symfonie en strijkkwartet.
Bekende werken:
Die Schöpfung 
Symfonie nr. 88

Slide 20 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 21 - Slide