H2 havo 24 januari H en i 2022

Le passé composé
We gaan veel aantekeningen maken in het schrift. 
Daarbij gaan we de volgende vragen beantwoorden:

Wat is een passé composé?
Uit welke twee delen bestaat de passé composé?
Hoe maak je een voltooid deelwoord bij ww op: -er  -ir en -re?
Wat is het voltooid deelwoord van onregelmatige ww?


1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Le passé composé
We gaan veel aantekeningen maken in het schrift. 
Daarbij gaan we de volgende vragen beantwoorden:

Wat is een passé composé?
Uit welke twee delen bestaat de passé composé?
Hoe maak je een voltooid deelwoord bij ww op: -er  -ir en -re?
Wat is het voltooid deelwoord van onregelmatige ww?


Slide 1 - Slide

Prends ton cahier!
Il faut prendre des notes!

Slide 2 - Slide

Le passé composé
Wat is een passé composé?
Uit welke twee delen bestaat de passé composé?
Hoe maak je een voltooid deelwoord bij ww op: -er  -ir en -re?



Slide 3 - Slide

Le passé composé (p.c.)
Wat is een passé composé (afgekort  p.c.)?
Deze tijd beschrijft een gebeurtenis die in het verleden heeft plaatsgevonden. 

Ik heb gisteren friet gegeten = Hier, j'ai mangé des frites.






Slide 4 - Slide

Le passé composé
Uit welke twee delen bestaat de passé composé?
De passé composé bestaat uit een hulpwerkwoord: avoir (hebben) of être (zijn) en een voltooid deelwoord.

Ik heb gisteren friet gegeten = Hier, j'ai mangé des frites.
Jij hebt een boek gekozen = Tu as choisi un livre.
Hij heeft een huis verkocht = Il a vendu une maison.
Zij is naar school gegaan = Elle est allée au collége. 


Slide 5 - Slide

Le passé composé
Hoe maak je een voltooid deelwoord bij de regelmatige werkwoorden die eindigen op: -er  -ir en -re?

-er = é  (manger)        -ir = i   (choisir)     -re = u  (vendre)
J'ai mangé                  Tu as choisi           Il a vendu

Het stappenplan is:
1. Neem het hele werkwoord:                       vendre
2. Hak de laatste twee letters eraf:               vend- re  = vend
3. Plak de juiste uitgang achter de stam:      vend + u = vendu




Slide 6 - Slide

Passé composé!

Oefenen

Slide 7 - Slide

Kies de juiste vertaling van:
Sophia is gearriveerd

A
Sophie est arrivé
B
Sophie est arrivée

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste vertaling van:
Mijn broers zijn vertrokken
A
Mes frères sont partis
B
Mes frères sont parti

Slide 9 - Quiz

Wanneer plannen we de Repetitie?

Slide 10 - Slide

Prends tes livres!
Livre de textes:
page  30

Livre d'exercices A
page 72




Slide 11 - Slide

Au travail
Wat          : Maken opdracht I: page 30  tekstboek en blz. 72 werkboek
                   Opdracht 31 a en b
Hoe          : Liefst uit het hoofd proberen maar tekstboek mag erbij
Wie          :  alleen
Tijd           :  15 minuten
Klaar        :  Stencil


Slide 12 - Slide

Les devoirs:
Leren H: dictée voc. H
Leren H: passé composé
Maken I: 31 a en b

Slide 13 - Slide

Le passé composé
Hww: avoir
J'ai acheté
Tu as acheté
Il/ Elle / On a acheté
Nous avons acheté
Vous avez acheté
Ils ont acheté
Elles ont acheté

Slide 14 - Slide

avoir / faire / prendre / être
Avoir                              faire                            prendre                      être
J'ai eu                           J'ai fait                        J'ai pris                     J'ai été
Tu as eu                       Tu as fait                    Tu as pris                 Tu as été
Il a eu                            Il a fait                         Il a pris                       Il a été
Nous avons eu         Nous avons fait      Nous avons pris     Nous avons été
Vous avez eu             Vous avez fait         Vous avez pris        Vous avez été
Ils ont eu                     Ils ont fait                   Ils ont pris               Ils ont été

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Prends ton cahier!
Il faut prendre des notes!

Slide 19 - Slide

ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.

Slide 20 - Slide

Vervoeg het werkwoord venir in het Frans in de présent.

Slide 21 - Mind map

Vervoeg het werkwoord venir in het Frans in de passé composé

Slide 22 - Mind map

Vervoeg het werkwoord venir in het Frans in de imparfait.

Slide 23 - Mind map

Vervoeg het werkwoord venir in het Frans in de futur simple.

Slide 24 - Mind map