1 - Teken op de plek waar je vandaan vertrekt een pijl naar het noorden.
2 - Verbind de plaats van vertrek en de plaats waar je naar toe gaat met een lijn.
3 - Leg de koershoekmeter met het midden precies op de plek van vertrek en de nul graden op de schaalverdeling precies op de lijn die naar het noorden wijst.
4 - Lees nu rechtsom (met de klok mee) op de schaal af waar de andere lijn op de schaal ligt.
5 - De hoek tussen deze twee lijnen noemen we de koershoek.