Module 12 ziektenbeelden ouderen periode 8

Module 12 ziektebeelden per 8
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Module 12 ziektebeelden per 8

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

opdracht vorige les
Uitvoering in tweetallen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Mind map

  • Hou je rekening met de relatie die de mantelzorger heeft met de zorgvrager. ​
  • Rekening houden met lichamelijke mogelijkheden en beperkingen van de mantelzorger. ​
  • Heb je oog voor eventuele rolomkering. ​
  • Heb je oog voor de emoties van de mantelzorgers. ​
  • Heb je aandacht voor het houden van balans tussen het zorgen en privé leven van de mantelzorger. ​
​Draagkracht en draaglast.

Mantelzorgers.
Wat zijn de meest voorkomende aandoeningen bij het ouder worden?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wat is comorbiditeit en wat is multimorbiditeit?

Slide 5 - Open question


Comorbiditeit: de aanwezigheid van een aandoening naast een primaire, centraal staande ziekte of aandoening. 

Multimorbiditeit: de aanwezigheid van twee of meer chronische aandoeningen waarbij de ene aandoening niet méér centraal staat dan een andere.

Multimorbiditeit
Iedere combinatie van twee of meer aandoeningen bij één persoon. is de algemene term voor het optreden van meer dan één (chronische) aandoening in één individu tijdens een bepaalde periode



multimorbiditeit
In 2019 hadden 5,4 miljoen mensen twee of meer chronische aandoeningen (multimorbiditeit). Dit komt overeen met 31% van de totale Nederlandse bevolking en met 54% van de mensen met ten minste één chronische ziekte.
Vanaf de leeftijd van 40 jaar neemt de prevalentie sterk toe. Van de mensen van 75 jaar en ouder heeft 86% meer dan één chronische aandoening. Meer vrouwen dan mannen
Hartfalen ouderen
Bij hartfalen pompt uw hart minder bloed rond dan normaal. Je wordt snel moe als u zich inspant. Je voelt je snel buiten adem en benauwd. Je voeten en enkels worden dikker.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hartfalen: wat is geen veelvoorkomend symptoom van hartfalen?
A
vermoeidheid
B
kortademigheid
C
halfzijdige verlamming
D
vocht vasthouden

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is chronische hartfalen?
A
Hartfalen die na 3 maanden verdwijnen.
B
Hartfalen die genezen.
C
Hartfalen die niet genezen.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Een ander woord voor hartfalen
A
Decompensatio failure
B
Decompensatio cordis
C
angina pectoris
D
hoge bloeddruk

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

wat zijn de symptomen bij hartfalen
A
vocht vasthouden
B
vermoeidheid
C
kortademigheid
D
spierpijn

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Blaasontsteking
Bij een blaasontsteking krijg je meestal antibiotica. 
Ouderen hebben bij blaasontsteking meer kans op problemen, zoals nierbekkenontsteking. Bel direct de huisarts of huisartsenpost bij 1 van deze klachten: koorts (38 graden of hoger)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Waarom krijgen vrouwen vaker een blaasontsteking dan mannen? 

Slide 12 - Slide

Doordat bij vrouwen de uitgang van de plasbuis dichterbij de anus ligt.

 
Ook is de plasbuis van vrouwen korter.

Bacteriën uit de anus komen zo makkelijker bij de plasbuis en blaas.

Ook tijdens het vrijen komen bacteriën in de plasbuis. Daarom kun je na het vrijen (coitus) blaasontsteking krijgen.
Kan bij een blaasontsteking verwardheid ontstaan?
A
Nee absoluut niet
B
Ja, vooral bij ouderen clienten
C
Alleen als je boven de 90 jaar bent
D
Dit komt alleen voor bij iemand met diabetes

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Urineretentie
Urine-retentie is een ophoping van urine (plas) in de blaas. U kunt niet meer plassen of slechts kleine beetjes plassen. Retentie betekent vasthouden. Dit vasthouden van urine kan acuut ontstaan of zich langzaam ontwikkelen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken urineretentie
Goedaardige prostaatvergroting, • Vernauwing van de plasbuis, • Narcose of een ruggenprik, • Obstipatie, • Verzakking van de voorwand van de vagina en de blaas, • Verzakking van het rectum in de vagina, • Urinewegstenen, • Vaginale bevalling, • Zenuwschade, • Medicijngebruik.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Parkinson
A
begint tussen 30-40 jaar
B
Precieze oorzaak onbekend
C
vrouwen > mannen
D
Intensietremor

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Bij Parkinson..
A
heb je last van hartkloppingen
B
heb je last van darmklachten, steken
C
maak je trillende bewegingen me je handen en benen
D
sterven bepaalde hersencellen langzaam af

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Parkinson is
A
te genezen
B
een progressieve ziekte

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Bij parkinson
A
is de myeline schede aangetast
B
is de aansturing naar de spieren verdwenen
C
is er een tekort aan neurotransmitter dopamine

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Parkinson is een:
A
Ziekte van de bloedvaten
B
Ziekte van het hart
C
Ziekte van de hersenen
D
Ziekte van de zenuwen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een andere naam voor longontsteking?
A
CVA
B
Osteoporose
C
COPD
D
Pneumonie

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


Longontsteking kan ontstaan door verslikking
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat veroorzaakt longontsteking?
A
Virus
B
Bacterie
C
Schimmel

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Longontsteking
hoesten, kortademigheid.
koorts, snelle ademhaling, snelle hartslag.
soms: pijn bij diep inademen.
een slap en lusteloos gevoel.
erg moe zijn.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Longontsteking veroorzaakt door verslikking heet?
A
Aspiratie
B
Aspiratiepneunomie
C
verslikkinglongen
D
retentie

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht
Opdrachtenboek pagina 35 opdracht 1 en 2  
opdracht twee kun je verwerken in je eind werkstuk (geen presentatie)

Slide 26 - Slide

This item has no instructions