Voltijd 1 meten en meetkunde-les 1

• Wiskunde
• HBO
• Studiejaar 1

Bedenk 4 vragen over de ruimte waar je in bent.
2 over meten en 2 over meetkunde.
Welke vragen heb je bedacht?

Enkele begrippen

Welke grootheid hoort bij de maat...
deciliter?

Welke grootheid hoort bij de maat...
jaar?

Maak een foto van jouw referentiemaat bij de meter.

Welk beeld heb jij bij:
een vierkante cm en bij een milliliter?

Voorbeelden van cognitief conflicten bij meten (zoek het op in het boek)

Vergelijken of afpassen?
"met de ruggen tegen elkaar gaan staan"

1. direct vergelijken
2. afpassen met natuurlijke maten
3. indirect vergelijken
4. afpassen met standaardmaten

Vergelijken of afpassen?
"Breedte van een kast bepalen met de lengte van een potlood"

1. direct vergelijken
2. afpassen met natuurlijke maten
3. indirect vergelijken
4. afpassen met standaardmaten

Vergelijken of afpassen?
"het ene vel snipperen en de snippers op een ander papier leggen
"

1. direct vergelijken
2. afpassen met natuurlijke maten
3. indirect vergelijken
4. afpassen met standaardmaten

Vergelijken of afpassen?
"inscheppen of uitscheppen"

1. direct vergelijken
2. afpassen met natuurlijke maten
3. indirect vergelijken
4. afpassen met standaardmaten

In groep 4 wordt de lengte van een lokaal opgemeten met stappen.
Daan komt op 16 stappen. De juf op 9 stappen. Welk begrip wordt hier uitgelokt?

1. referentiemaat
2. natuurlijke maat
3. kwantificeren
4. standaard maat

Het toekennen van een hoeveelheid of getal aan een grootheid noemen we?

1. referentiemaat
2. kwantificeren
3. grootheid
4. maatverfijning

De hoeveelheid water meten met een "kommetje" dat je van je handen kunt maken is een voorbeeld van?

1. referentiemaat
2. natuurlijke maat
3. grootheid
4. maatverfijning

Wanneer persoonlijke kennis gekoppeld wordt aan een maat (bv een liter is een pak melk) hebben we het over?

1. referentiemaat
2. natuurlijke maat
3. kwantificeren
4. maatverfijning

I

0100

Wat neem je mee?