3m les 13

Wat weet je nog van lezen mavo 2?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Wat weet je nog van lezen mavo 2?

Slide 1 - Slide

https://create.kahoot.it/details/mavo-2-lezen-h1-h6/b1921353-7b00-468f-822e-de8fde4f738f

Slide 2 - Slide

Welkom 3m! 
Lesdoelen: 
- je kent 7 verschillende tekstdoelen;
- je weet waaraan je kunt zien voor welk publiek een tekst bedoeld is. 

Kahoot.
1. Korte herhaling theorie lezen hoofdstuk 1.
2. Theorie lezen hoofdstuk 2. 
3. Maken opdracht 1 (zelfstandig werken)
4. Bespreking. Terugblik lesdoelen.

Volgende les: diagnostische toets lezen hs 1 + 2. 










Slide 3 - Slide

Wat wil de schrijver?                      Voorbeeld tekstsoort

Slide 4 - Slide

Kan een tekst meerdere tekstdoelen hebben?

Slide 5 - Slide

een grappige reclame

Slide 6 - Slide

een historische roman

Slide 7 - Slide

Om het tekstdoel te bereiken, moet de schrijver rekening houden met de groep waarvoor hij schrijft: het publiek.

Waaraan kun je zien voor welk publiek de tekst bedoeld is?

1)
2)
3)
4)

Beschrijf het publiek/de doelgroep van een tekst zo specifiek mogelijk!

Slide 8 - Slide

feedback op toets spelling

Slide 9 - Slide

Plaats leestekens

hij zei dat ik mocht gaan
hij zei je mag gaan
je mag gaan zei hij

hij schreeuwde dat ik weg moest gaan
hij schreeuwde ga weg
ga weg schreeuwde hij

ik vroeg of ze ook kwam
ik vroeg kom je ook
kom je ook vroeg ik

Slide 10 - Slide

Welk van de voorgaande zinnen is geschreven in de indirecte rede? 


Slide 11 - Slide

Je kunt van de volgende zinnen één zin maken.

Koen wil dat Sanne hem belt. Hij vraagt dit aan Sanne. 

Dit kan op twee manieren, mét aanhalingstekens of zonder aanhalingstekens.
a Maak van de zinnen één zin in de directe rede.
b Maak van de zinnen één zin in de indirecte rede.

Slide 12 - Slide

Je kunt van de volgende zinnen één zin maken.

Koen wil naar huis. Hij zegt dit tegen Eva.

Dit kan op twee manieren, mét aanhalingstekens of zonder aanhalingstekens.
a Maak van de zinnen één zin in de directe rede.
b Maak van de zinnen één zin in de indirecte rede.

Slide 13 - Slide

Hoe werk je?

- Je leest geconcentreerd.

- Je werkt aan je eigen leesdossier.

- Oortjes in mag. Muziek aanzetten en telefoon uit het zicht leggen!

- Doe actief mee aan de beprekingen. 

Slide 14 - Slide

Toetsplanning 3m
Periode 1
so spelling H1 (2x) verplaatst naar 3 oktober 3m3, naar 18 oktober 3m2
boek 1 - dossier klaar op 15 nov.
GPW: lezen H1 + H2, woordenschat alleen de strategieën kennen,  grammatica H1, spelling H1 (4x) week van 4 nov.

Periode 2
so spelling H2 (2x)
so schrijven: formele brief (2x)
boek 2 - dossier 
GPW: lezen H1 t/m H4, woordenschat H2, grammatia H3, spelling H2 (4x)

Periode 3
so spelling H3 + H4 (2x)
so samenvatten (2x)
GPW: lezen H1 t/m H5, woordenschat H3, spelling H5 (4x)

Periode 4
so werkwoordspelling (2x)
boek 3 - dossier 
so woordenschat H4 (2x)
GPW: tekstbegrip/lezen (SE1) + GPW: fictie - boek 1 t/m 3 (SE5a)



Slide 15 - Slide

Nog doen: meisje met de zwavelstokjes,


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide