Mindset en leerhouding

• Filosofie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Wanneer je een schip wilt gaan bouwen

Breng dan geen mensen bijeen

Om timmerhout te sjouwen

Of te tekenen alleen

Voorkom dat ze taken ontvangen

Deel evenmin plannen mee

Maar leer eerst de mensen te verlangen

Naar de eindeloze zee

Als je slim bent heb je wat moeilijker vragen nodig, want dan maak je fouten en daar leer je van.

1. JA
2. NEE

Je bent slim of je bent het niet. Als je iets niet kunt, dan is het vervelend om aan te werken. Je maakt fouten en hebt er niets aan.

1. JA
2. NEE

Wie slim is, kan van alles leren: van werk dat goed gaat en van werk dat nog niet goed gaat.

1. JA
2. NEE

Je punten hangen af van hoe slim je bent. Voor je punten maakt het niet uit hoe hard je werkt, maar alleen hoe slim je bent.

1. JA
2. NEE

Als ik merk dat iets niet lukt, probeer ik het op een andere manier. Daar leer ik van en zo word ik er beter in.

1. JA
2. NEE

Als ik merk dat iets niet lukt, kan ik beter stoppen. Dan ben ik er niet goed genoeg voor.

1. JA
2. NEE

Fouten maken is vervelend, maar ook belangrijk, want daarvan kun je leren.

1. JA
2. NEE

Fouten maken zorgt voor slechte punten. Dan weet je dat je iets dus niet kunt, en dan zien alle anderen dat je er te dom voor bent.

1. JA
2. NEE

Moeilijk werk op school is goed, want daar leer je veel van.

1. JA
2. NEE

Als werk op school niet lukt, dan ben je er niet slim genoeg voor. Daar is niets aan te doen.

1. JA
2. NEE

Ik vind het leuk om moeite te doen voor een opdracht. Als het dan lukt ben ik trots.

1. JA
2. NEE

Ik vind het vervelend als ik moeite moet doen voor een opdracht. Want ik houd er niet van om fouten te maken.

1. JA
2. NEE

Als ik doorzet bij een moeilijke opdracht die me steeds niet lukt dan doe ik mijn werk voor niks.

1. JA
2. NEE

Als ik doorzet bij een moeilijke opdracht die me steeds niet lukt dan train ik mijn brein.

1. JA
2. NEE

Ik kan zelf zorgen voor betere punten: door veel te oefenen en dóór te zetten als het moeilijk is.

1. JA
2. NEE

Goede punten haal je alleen als je het al kunt, omdat je slim bent.

1. JA
2. NEE

Als de docent zegt dat ik iets niet goed heb gedaan let ik extra goed op, want dan ben ik juist aan het leren.

1. JA
2. NEE

Als de docent zegt dat ik iets niet goed heb gedaan weet ik dat ik dat niet kan. Dus dan hoef ik het niet meer te proberen.

1. JA
2. NEE

Ik haal liever een voldoende met werk waar ik echt iets van geleerd heb, dan een tien voor werk wat ik allang kan.

1. JA
2. NEE

Ik wil geen fouten maken want dat staat zo dom. Slimme kinderen halen altijd goede cijfers.

1. JA
2. NEE

Op school ben ik goed bezig als ik werk doe dat nog te moeilijk is en waarvoor ik dus geen tienen haal. Want daarvan leer je om te leren.

1. JA
2. NEE

Ik haal het liefst goede punten met werk dat ik al goed kan. Dan kan iedereen zien hoe slim ik ben

1. JA
2. NEE

Leren =

• structuren maken
• nieuwe verbindingen leggen
• motivatie en je geheugen netjes beheren
• een plan maken en doorzetten 

Leren = structuren maken

Als je gewend bent te fietsen in het verkeer dan leer je gemakkelijker om op een brommer of in een auto te rijden.

Beschrijf iets moeilijks dat je hebt geleerd door te oefenen.

Leren = je hersens veranderen door nieuwe verbindingen te maken

Wie van jullie heeft weleens een roze olifantje gezien dat aan het zwemmen was met een oranje sinaasappel op zijn kop?

Leren = motivatie en geheugen

Hoe zorg je dat kennis in je lange-termijn-geheugen komt?

Door het te willen!!!

Blijf proberen = probeer verschillende manieren uit.

Doe je best.

Niet opgeven, maar doorzetten.

Leren = een plan maken en doorzetten

• Bedenk wat je wilt leren.
• Begin aan het eind: wat kun je als je dit geleerd hebt?
• Wat gaat dan makkelijker en/of beter?
• Welke stappen moet je zetten om bij je einddoel te komen?
• Hoe zorg je ervoor dat je doorzet?

In de kring

Wie heeft zichzelf weleens iets geleerd wat moeilijk was? En doorgezet toen het tegenzat?

Wat helpt, als het tegenzit? Wat helpt niet?

Wie heeft weleens kritiek gekregen of een fout gemaakt en wilde toen niet meer verder proberen? Wat heb je toen gedaan?

Opdracht