This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Basisprincipes Communicatie
TOA
Slide 1 - Slide
Vandaag
Start Basisprincipes van communicatie
hoofdstukken 2,3 en 4
20-9-2022
Slide 2 - Slide
Communicatielessen
Uitgangspunten
Goed communiceren is te leren.
Jezelf blijven wil niet zeggen dat je je gedrag niet kunt bijstellen om effectiever te zijn.
Goed communiceren is onderdeel van professioneel vakman/vakvrouw zijn.
Slide 3 - Slide
Communicatie waar denk je aan?
Slide 4 - Mind map
Communicatie
Uitwisseling: iemand laat iemand anders iets weten of wil van iemand anders iets weten.
Bewust of onbewust
Verbaal en non-verbaal
Slide 5 - Slide
Communicatie
Communicatie is tweerichtingsverkeer: als je een gesprek voert is er een spreker (zender) en een luisteraar (ontvanger). Dat geldt niet alleen voor een gesprek tussen twee personen die tegenover elkaar staan, maar ook voor een telefoongesprek, een e-mailwisseling, whatsapp...
Bewust of onbewust
Verbaal en non-verbaal
Slide 6 - Slide
Coderen: het vormgeven van de boodschap.
Decoderen: het vertalen van de boodschap
Slide 7 - Slide
Coderen: het vormgeven van de boodschap.
De zender codeert gedachten en gevoelens naar woorden, beelden en/of lichaamstaal.
Decoderen: het vertalen van de boodschap door te ontvanger.
De ontvanger moet de boodschap decoderen om die te kunnen begrijpen
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Referentiekader
Bij het coderen en decoderen speelt het referentiekader een rol. Iedere persoon heeft eigen gevoelens, waarden, normen en ideeën of meningen.
Slide 15 - Slide
Kees wordt wakker
6 vragen beantwoorden
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Verschillende soorten ruis
Slide 18 - Mind map
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Komt een vrouw bij de arts..
Vragen beantwoorden
Slide 22 - Slide
volgende week:
aan de slag met ruis
Referentiekader en Waarnemen
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Slide
Een advertentie is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Eenzijdige communicatie
C
Directe communicatie
D
non-verbale communicatie
Slide 28 - Quiz
Blozen is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
persoonlijke communicatie
C
Verbale communicatie
D
Non-verbale communicatie
Slide 29 - Quiz
Een spreekuur is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Eenzijdige communicatie
C
verbale communicatie
D
Non-verbale communicatie
Slide 30 - Quiz
Communicatie zonder woorden heet ook wel
A
verbale communicatie
B
Lichaamstaal
Slide 31 - Quiz
Waaruit bestaat onze communicatie vooral?
A
Verbale communicatie
B
Gebaren
C
Non-verbale communicatie
Slide 32 - Quiz
Aan de telefoon....Er is hier sprake van:
A
Directe eenzijdige communicatie
B
Indirecte eenzijdige communicatie
C
Directe meerzijdige communicatie
D
Indirect meerzijdige communicatie
Slide 33 - Quiz
Hier is sprake van:
A
Directe eenzijdige communicatie
B
Indirecte eenzijdige communicatie
C
Directe meerzijdige communicatie
D
Indirect meerzijdige communicatie
Slide 34 - Quiz
Facebook, what's app, videoboodschap of email noemen we...
A
Verbale communicatie
B
Digitale communicatie
C
Non-verbale communicatie
Slide 35 - Quiz
Aan welke manier van communicatie kun je zien hoe het met iemand gaat?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
Slide 36 - Quiz
Van welke soort communicatie spreken we als je communiceert via e-mail?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
Slide 37 - Quiz
De krant is een voorbeeld van ... communicatie
A
Persoonlijke
B
Massale
Slide 38 - Quiz
Waarom is non-verbale communicatie voor een verkoper belangrijk?
A
Boodschappen worden vaak non-verbaal verspreid.
B
Door non-verbale communicatie herken je dominante klanten.
C
Bij alle klantencontacten is er sprake van non-verbale communicatie.
Slide 39 - Quiz
Volgens het communicatiemodel begint communicatie bij:
A
de boodschap
B
de zender
C
de ontvanger
D
het medium
Slide 40 - Quiz
Een voorbeelden van non-verbale communicatie is:
A
kletsen
B
zwaaien
C
email schrijven
D
appje beantwoorden
Slide 41 - Quiz
Bij eenzijdige communicatie kun je direct reageren op de ander
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 42 - Quiz
Radiouitzending op Radio 538 is een voorbeeld van ... communicatie
A
Persoonlijke
B
Massale
Slide 43 - Quiz
Hoeveel % van communicatie verloopt non-verbaal?
A
20
B
30
C
50
D
70
Slide 44 - Quiz
Aan de non-verbale communicatie kun je aflezen of iemand zenuwachtig is
A
waar
B
onwaar
Slide 45 - Quiz
Is hier sprake van communicatie?
A
Nee, zingen is geen communicatie
B
Ja, want ik kan meezingen
C
Ja, er is sprake van een boodschap overbrengen.
D
Nee, want Beyoncé hoort mij niet
Slide 46 - Quiz
Welke soorten communicatie zijn er?
A
Non-verbaal, verbaal, eenzijdig, tweezijdig
B
Eenzijdig, tweezijdig
C
Non-verbaal, verbaal
D
Verbaal, meerzijdig
Slide 47 - Quiz
Hoe kan ruis in de communicatie worden voorkomen?
A
Lawaai
B
Moeilijke woorden gebruiken
C
Afgeleid zijn
D
Door antwoorden samen te vatten
Slide 48 - Quiz
Er huilt een baby heel hard in de winkel. Dit is een vorm van
A
interne ruis
B
externe ruis
Slide 49 - Quiz
Je slaapt te weinig en bent erg moe. Je kunt je niet concentreren op het gesprek met je klant. Dit is een vorm van...