Intro Beschouwing

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Agenda 

1. Tekstsoort beschouwing
2. Lezen 
3. Aan de slag




Slide 2 - Slide

Leerdoel
Een beschouwing, wat is dat ook weer?
Leren van een bestaande beschouwing: een iets makkelijkere dit keer...

Slide 3 - Slide

Logica van de opbouw V5
Diverse tekstsoorten (zie hst 3, blz. 58) leren kennen langs de weg van de verschillende vaardigheden voor het vak Nederlands
periode 1: soort = betoog, vaardigheid = schrijven
periode 2: soort = beschouwing, vaardigheid = lezen
periode 3: soort = vertelling/verhaal, verklaring, vaardigheid = spreken

Slide 4 - Slide

Blz. 59, handboek





Kenmerken: zet lezer aan het denken, opiniërend, behandelt een vraag, belicht onderwerp van meerdere kanten 

Slide 5 - Slide

Contrasteer:
Bij een betoog staan een stelling + argumenten centraal.
Bij een beschouwing........

Slide 6 - Open question

Leren van bestaande beschouwing
Blz. 127 theorieboek lees het artikel door 

Lees eventueel de theorie op blz. 126 door.
Maak van je oefenboek vraag 1

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Antwoorden
a Dat je met een simpele app liedjes kan produceren zonder professionele studio.
b Dat er een wereld kan bestaan waarin de mens niet van gevestigde instituten afhankelijk is.
c Nieuwe technologieën kunnen leiden tot de omverwerping van gevestigde instituten.

Slide 9 - Slide

Antwoorden
d Vanuit de verwondering ontstaat de hoofdgedachte. De verwondering is het startpunt van waaruit de schrijver verder gaat denken.
e De schrijver probeert zich hier voor te stellen waartoe al die nieuwe technologieën zouden kunnen leiden.

Slide 10 - Slide

Soms maakt men onderscheid tussen een betogend en beschouwend essay. Wat is hiertussen het verschil?

Slide 11 - Open question

Is het essay 'Een iPhone...' vooral beschouwend of betogend?

Slide 12 - Open question

Maak vraag 5 oefenboek

Slide 13 - Slide

Maak vraag 5 

Slide 14 - Slide

Antwoorden 5
a Het verkeerd gebruik van het woord ‘communicatie’.
b De hoofdgedachte van de tekst is de vraag: ‘Moet communicatie altijd van twee kanten komen, of
kun je ook eenzijdig communiceren?’

Slide 15 - Slide

Antwoorden 5
c Bijvoorbeeld: Cornelisse begint met de algemeen geldende opvatting dat communiceren van twee kanten moet komen. Vervolgens bekijkt ze de kwestie vanuit verschillende kanten: de oorsprong van het woord communiceren, de gevoelens die ‘eenzijdige communicatie’ bij mensen oproept, voorbeelden van ‘eenzijdige communicatie’, hoe het in andere talen zit. Ze eindigt met een aantal vragen die ze zelf nog bij het onderwerp heeft. De tekst is meer beschouwend. Cornelisse neemt niet duidelijk stelling, maar onderzoekt het taalfenomeen vanuit verschillende gezichtspunten.

Slide 16 - Slide

Antwoorden 5
d Bijvoorbeeld: Deze tekst is een essay omdat de schrijfster zich verwondert over een cultureel onderwerp. De schrijfster trekt de gangbare wijsheid dat communicatie altijd van twee kanten  moet komen in twijfel, en probeert daarmee een nieuwe gedachte uit. Ze maakt de lezer deelgenoot in haar zoektocht naar het antwoord op de vraag of je ook eenzijdig kunt communiceren.

Slide 17 - Slide

Leerdoel bereikt?
Opgehaald wat een beschouwing is
Een bestaande beschouwing gelezen

Slide 18 - Slide

Volgende les
Vrijdag 

Lenen Erasmus' "Lof der zotheid"
Beginnen met lezen en onderzoeken




Slide 19 - Slide