This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Verwonderplaat
Slide 1 - Slide
Wat weet je nu over wonen en werken?
Slide 2 - Open question
Verwonderplaat
Slide 3 - Slide
Waar verwonder je je over?
Slide 4 - Open question
Herhaling leerstof ma t/m do
Slide 5 - Slide
INFRASTRUCTUUR
Infrastructuur zijn voorzieningen in een wijk waardoor het beter kan functioneren, zoals wegen, spoorlijnen, leidingen, havens, bruggen en vliegvelden.
Slide 6 - Slide
Wonen en werken
Hoe je iets inricht bepaalt wat je er kunt doen.
Denk aan je eigen huis: iedere kamer heeft zijn eigen doel, zijn eigen inrichting.
Slide 7 - Slide
Wonen en werken
Hoe je iets inricht bepaalt wat je er kunt doen.
Zo is het ook met je wijk.
Als er geen winkelcentrum is, kan je er niet winkelen.
Als er geen fietspaden zijn ga je anders fietsen.
Slide 8 - Slide
Bereikbaarheid
Huizen, winkels, bedrijven en sportvelden moeten goed bereikbaar zijn. Lopend, op de fiets en met de auto.
Dat is een hele puzzel.
Slide 9 - Slide
Bebouwing
Beton, steen en asfalt bepalen het aanzien van de stad.
De gebouwen en huizen maken een stad mooi, of juist niet.
Waar (en welke) bebouwing er komt heeft grote invloed op de mensen die er wonen.
Slide 10 - Slide
Groen
Het plaatsen van groen in een stad is geen toeval.
Soms is het groen er al, en bouwt de stadsarchitect eromheen. Soms wil de architect groen om de bebouwing mooier te maken.