This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Lezen - blok 3
Slide 1 - Slide
Wat gaan wij vandaag doen?
Afspraken en regels
Leerdoelen
Terugblik vorige les
Uitleg theorie --> lezen, blok 3
Zelfstandig werken aan de opdrachten
Slide 2 - Slide
Afspraken en regels
Je bent op tijd in de klas!
Telefoon thuis of in de kluis!
Opgeladen Chromebook
1e keer waarschuwing
2e keer strafwerk
3e keer nablijven
Kauwgom/snoep in de prullenbak --> nu nog kans om het weg te gooien
Als er iemand aan het woord is, zijn jullie stil
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Na deze les:
kun je alinea’s en tussenkopjes aanwijzen in een tekst;
kun je de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen;
kun je informatie in een tekst vinden door zoekend te lezen.
Slide 4 - Slide
Terugblik - blok 2
Verkennend lezen
Leesplan
Slide 5 - Slide
Verkennend lezen en leesplan
Verkennend lezen --> Als je wilt weten waarover een tekst gaat en wat het tekstdoel is, heb je niet altijd genoeg aan de titel en de afbeelding. Lees dan ook de eerste zinnen van de tekst, lees de opvallend gedrukte woorden en kijk ook uit welke krant of uit welk tijdschrift de tekst komt --> de bron.
Het Leesplan zie je op de volgende dia.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Theorie lezen - blok 3
Alinea's en tussenkopjes
Inleiding, middenstuk en slot
Tekstdoelen
Zoekend lezen
Slide 8 - Slide
Alinea's en tussenkopjes
Een tekst is verdeeld in stukjes --> alinea’s. In elke alinea wordt iets anders verteld over het onderwerp. Een alinea begint altijd op een nieuwe regel. Soms staat er tussen alinea’s een witregel.
Boven een alinea of een groepje alinea’s kan een tussenkopje staan. Een tussenkopje geeft aan waar de alinea of het groepje alinea’s over gaat.
Slide 9 - Slide
titel
tussenkopje, je ziet dat het tussenkopje boven een groepje alinea's staat
tussenkopje
alinea
witregel
Slide 10 - Slide
Inleiding - middenstuk- slot
Een goede tekst bestaat uit drie delen: een inleiding, een middenstuk en een slot.
In de inleiding vertelt de schrijver meestal waar de tekst over gaat. Jij weet dan of je de rest van de tekst ook wilt lezen. Meestal is de inleiding één alinea.
In het middenstuk vertelt de schrijver meer over het onderwerp. Het middenstuk bestaat meestal uit meerdere alinea’s. In elke alinea wordt iets verteld over het onderwerp.
In het slot maakt de schrijver een duidelijk einde aan de tekst. Meestal bestaat het slot uit één alinea.
Slide 11 - Slide
Inleiding, middenstuk en slot
Slide 12 - Slide
Tekstdoelen
Informeren --> de lezer iets nieuws vertellen --> nieuwsbericht.
Amuseren --> de lezer vermaken door iets grappigs te vertellen --> stripverhaal, gedicht, songtekst.
Overhalen --> de lezer overhalen om iets te gaan doen --> reclametekst.
Uitleg geven --> de lezer uitleggen hoe iets in elkaar zit of werkt --> recept.
Slide 13 - Slide
Welke tekstvorm hoort bij het gegeven tekstdoel?
Overhalen
Amuseren
Uitleg geven
Informeren
Slide 14 - Drag question
Zoekend lezen
Als je in een tekst het antwoord op een vraag zoekt, ga je zoekend lezen. Je leest dan niet de hele tekst, maar kijkt de tekst snel door. Je let op de tussenkopjes en op anders gedrukte woorden. Die kunnen je helpen het antwoord snel te vinden.
Slide 15 - Slide
Bekijk de tekst. Je hoeft hem niet helemaal te lezen.
Slide 16 - Slide
Je bent benieuwd waar de tentoonstelling over gaat. Welk stuk van de tekst lees je?
Kies het goede tussenkopje.
A
Computerspelletjes
B
Rondleidingen
C
Workshops voor scholen
D
Openingstijden en tarieven
Slide 17 - Quiz
Je wilt weten wat de toegangsprijs is.
Bij welk tussenkopje kijk je?
A
Computerspelletjes
B
Rondleidingen
C
Workshops voor scholen
D
Openingstijden en tarieven
Slide 18 - Quiz
Je ziet de tekst in een tijdschrift. Je wilt onthouden hoe laat het museum op zaterdag geopend is.
Welk stukje knip je uit om te bewaren?
A
Computerspelletjes
B
Rondleidingen
C
Workshops voor scholen
D
Openingstijden en tarieven
Slide 19 - Quiz
Bij welk tussenkopje moet je kijken als jouw klas een workshop wil volgen?