Toezichtsbevoegdheden

4.1.1: Wat zijn toezichthoudende bevoegdheden?

A
Dit zijn bijzondere opsporingsbevoegdheden waarbij medewerking gevorderd kan worden
B
Dit zijn GEEN opsporingsbevoegdheden, maar bestuurlijke bevoegdheden.
C
Dit zijn strafrechtelijke bevoegdheden, maar zijn GEEN opsporingsbevoegdheden.
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
WKPV-1MBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4.1.1: Wat zijn toezichthoudende bevoegdheden?

A
Dit zijn bijzondere opsporingsbevoegdheden waarbij medewerking gevorderd kan worden
B
Dit zijn GEEN opsporingsbevoegdheden, maar bestuurlijke bevoegdheden.
C
Dit zijn strafrechtelijke bevoegdheden, maar zijn GEEN opsporingsbevoegdheden.

Slide 1 - Quiz

4.1.2: In welk(e) wettelijke voorschrift(en) is/zijn toezichthoudende bevoegdheden beschreven?

A
Alleen de Algemene wet bestuursrecht.
B
Alleen in de Algemene wet bestuursrecht en een bijzondere wetten.
C
In de Algemene wet bestuursrecht, bijzondere wetten en verordeningen.

Slide 2 - Quiz

4.1.3: Een toezichthouder voor de Alcoholwet wil een woning betreden omdat hij het vermoeden heeft dat aldaar alcoholhoudende dranken worden verkocht. Biedt de Algemene wet bestuursrecht deze bevoegdheid?

A
Ja, hij dient dan wel in het bezit te zijn van een schriftelijke machtiging.
B
Ja, hij heeft dan GEEN schriftelijke machtiging nodig.
C
Nee, de Algemene wet bestuursrecht biedt deze bevoegdheid niet.

Slide 3 - Quiz

4.1.4: Een toezichthouder die tevens opsporingsambtenaar is ontdekt tijdens een controle een vermoedelijk gepleegd strafbaar feit. Hij wil dit feit strafrechtelijk afhandelen. Om zekerheid te hebben omtrent het plegen van dit feit door de verdachte vordert hij hem inzage te geven in zijn administratie. De verdachte weigert hem dit te geven. Wat is nu juist in deze situatie?

A
De toezichthouder kan de verdachte nu aanhouden voor het niet opgeven van een bevoegd gegeven bevel door een bevoegde ambtenaar (184 Sr.) .
B
De toezichthouder dient de weigering bestuursrechtelijk af te handelen omdat het gaat om het niet opvolgen van een bevel vanuit toezicht.
C
De verdachte is niet verplicht dit bevel op te volgen.

Slide 4 - Quiz

4.1.5: Klaas is toezichthouder en tevens BOA. Tijdens een controle van de administratie van een bedrijf vordert hij de bedrijfsleider het productieproces tijdelijk stil te leggen omdat hij door het geluid van de machines niet geconcentreerd kan werken. Moet de bedrijfsleider dit bevel opvolgen?

A
Nee, het betreft hier GEEN annexe vordering.
B
Nee, de bedrijfsleider hoeft niet mee te werken. De toezichthouder kan het productieproces wel zelf stilzetten.
C
Ja, de bedrijfsleider dient hieraan gehoor te geven.

Slide 5 - Quiz

4.1.6: Tijdens een controle vordert een toezichthouder het identiteitsbewijs van een overtreder. Deze voldoet hier echter niet aan. Welk artikel wordt hier overtreden?

A
Artikel 184 Wetboek van strafrecht: het niet opvolgen van een bevoegd gegeven bevel door de bevoegde ambtenaar.
B
Artikel 447e Wetboek van strafrecht: het niet voldoen aan de inzagevordering.
C
Artikel 5:12 Algemene wet bestuursrecht: het niet voldoen aan de vordering door de toezichthouder gedaan verband houdende met de noodzakelijke uitoefening van zijn taak.

Slide 6 - Quiz

4.1.7: Een toezichthouder controleert een horecaonderneming op de juistheid van de benodigde vergunningen. Tijdens de controle ontstaat een verdenking van een strafbaar feit die de toezichthouder bestuurlijk wil afhandelen. Hij hoort hiertoe de betrokkene. Wat geldt nu voor dit verhoor?

A
De betrokkene dient de cautie te worden gegeven alsmede zijn recht op rechtsbijstand.
B
De betrokkene dient alleen de cautie gegeven te worden.
C
Het wel of niet doen van bepaalde mededelingen is afhankelijk van de bestuurlijke sanctie die opgelegd wordt.

Slide 7 - Quiz

4.1.8: Onder welke voorwaarde(n) kan een toezichthouder zijn toezichthoudende bevoegdheden inzetten?

A
Indien er sprake is van een redelijk vermoeden van een bestuurlijke overtreding.
B
Indien dit redelijkerwijs noodzakelijk is voor zijn taak.
C
Indien er sprake is van een aanwijzing dat een bestuurlijke overtreding wordt gepleegd.

Slide 8 - Quiz

4.1.9: Hans is toezichthouder die tevens opsporingsambtenaar is en voert een controle uit bij een bedrijf dat verfproducten produceert. Om deze controle goed uit te kunnen voeren, wil hij een aantal ruimtes binnen het bedrijf betreden. Biedt de Algemene wet bestuursrecht deze bevoegdheid?

A
Ja, hij dient dan wel in het bezit te zijn van een schriftelijke machtiging.
B
Ja, hij heeft dan GEEN schriftelijke machtiging nodig.
C
Nee, de Algemene wet bestuursrecht biedt deze bevoegdheid niet.

Slide 9 - Quiz

4.1.10: Jolien is toezichthouder en tevens opsporingsambtenaar. Tijdens een controle vordert zij vanuit haar toezichthoudende taak inzage in de administratie van een bedrijf. Vanuit deze inzage ontstaat een vermoeden van een strafbaar feit. Jolien besluit het feit strafrechtelijk af te handelen. Mag zij nu de gegevens die zijn heeft verkregen uit de gevorderde inzage meenemen in het opsporingsonderzoek?

A
Nee, deze gegevens zijn verkregen toen de verdachte nog betrokkene was. Alleen na toestemming van de verdachte mogen deze in het opsporingsonderzoek gebruikt worden.
B
Nee, de gegevens kunnen wel weer meegenomen worden in een eventueel bestuurlijk onderzoek.
C
Ja, dit kan.

Slide 10 - Quiz

4.1.11: Clement is toezichthouder en heeft het vermoeden dat een bedrijf giftige stoffen loost in het afvalwater. Hij besluit dit geval strafrechtelijk af te handelen. Hij vordert de bedrijfsleider toegang tot een ruimte vanwaar deze stoffen vermoedelijk geloosd worden. Is de bedrijfsleider verplicht hieraan mee te werken?

A
Nee, hij hoeft niet mee te werken aan zijn eigen veroordeling.
B
Ja, het betreft hier een annexe vordering.
C
Ja, deze vordering is gedaan in het kader van de toezichthoudende taak van de toezichthouder. Het is NIET van belang dat de toezichthouder dit feit strafrechtelijk af wil handelen.

Slide 11 - Quiz