4 a geëvacueerd (al. 2): tijdelijk verplaatst
b zeearmen (al. 3): delen van een zee of oceaan die het land binnendringen
c effectiever (al. 4): doeltreffender
d zeespiegel: hoogte van het zeewater
e vergden (al. 4): maakten nodig
f verzilting (al. 5): proces waarbij de bodem steeds zouter wordt
g compartimentering (al. 7): verdeling in afgegrensde gebieden
h brakke (al. 7): enigszins zoute
i getij (al. 7): systeem van eb en vloed
j flora en fauna (al. 10): alle planten en dieren in een bepaald gebied
k ecosystemen (al. 11): gebieden die qua planten, dieren en andere organismen als een geheel kunnen worden opgevat
5 oorzaak-gevolgverband
6 doel-middelverband