This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Vitale functies
Slide 2 - Slide
Bloeddruk-> tensie-> RR -> 120/80 mmHg
Hartslag->pols->P-> 60-100 bpm
Temperatuur->T-> 36,5-37,5 °C
Saturatie->Sat -> ≥95%
Ademhaling->AH-> 15-20 pm
Bewustzijn-> Glasgow Coma Scale -> GCS/EMV
Slide 3 - Slide
Bloed dat naar het longblaasje stroomt bevat weinig zuurstof
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Wat observeer je niet bij de ademhaling?
A
Frequentie
B
Diepte
C
Geur
D
Regelmaat
Slide 5 - Quiz
Lucht die we inademen bevat 20% zuurstof
A
Klopt! en als we uitademen zit er geen zuurstof meer in
B
Klopt! en als we uitademen is dat nog 15%
C
Klopt! en als we uitademen is dat 80%
D
Niet waar dat moet zijn 80% zuurstof
Slide 6 - Quiz
Apneu
Dyspneu
Hyperventilatie
Gasping
Overademhaling
afwezigheid van ademhaling
benauwdheid
komt voor bij stervenden/ na ademhalings- stilstand
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Slide
Wat is een tachycardie?
Slide 9 - Open question
Hypertensie is een....?
A
Onregelmatige bloeddruk
B
Lage bloeddruk
C
Hoge bloeddruk
Slide 10 - Quiz
Waar let je op bij het meten van de hartslag?
Slide 11 - Open question
Tel de polsslag
fragment duurt ongeveer 30 sec
Slide 12 - Slide
Systolische druk
Diastolische druk
Irregulaire pols
Arteria radialis
120/80 mmHg
Riva-Rocci
de druk in de bloedvaten als het hart zich inspant.
de druk in de bloedvaten als het hart zich ontspant.
Onregelmatige pols
Polsslagader
normaalwaarde bloeddruk van een volwassene
Italiaanse arts die bloeddrukmeter ontwikkelde
Slide 13 - Drag question
Tel de polsslag
fragment duurt ongeveer 30 sec
Slide 14 - Slide
0
Slide 15 - Video
dat ging snel he! komt hij nog en keertje
Slide 16 - Slide
0
Slide 17 - Video
Hoeveel slagen per minuut heb je geteld?
Slide 18 - Open question
Intra-aurale of tympanische meting
Oraal
Axillair
Rectaal
Slide 19 - Drag question
Als een patiënt een hoge temperatuur heeft zal de pols dan stijgen of dalen?
A
Stijgen
B
Dalen
Slide 20 - Quiz
Wat is hypothermie?
A
Te hoge bloedsuiker
B
Te lage lichaamstemperatuur
C
Lage bloeddruk
D
Hoge bloeddruk
Slide 21 - Quiz
Wanneer heb je verhoging?
A
Bij een temperatuur van 37,5 tot 38 graden
B
Bij een temperatuur van 38,5 tot 41 graden
C
Bij een temperatuur van 36,5 tot 37,5 graden
D
Bij een temperatuur van onder de 36,5 graden
Slide 22 - Quiz
Een patiënt met hoge koorts (41,2°C) ligt in bed met een pyjama aan met zijn dekens over zich heen getrokken. Wat kan je doen om de patiënt comfortabel te maken?
Slide 23 - Mind map
7. Wat zijn de drie soorten reacties die we nagaan bij de EMV-scorelijst om het bewustzijn na te gaan?
Slide 24 - Mind map
8. Hoe hoger de score van EMV, hoe .... het bewustzijn
A
Beter
B
Slechter
Slide 25 - Quiz
Het aantal hartslagen per minuut
Het afwisselend inademen en uitademen van de lucht
Het reguleren van systole en diastole in de bloedvaten
Wanneer de temperatuur niet optimaal is, verlopen proces in het lichaam minder goed.
Prikkels uit de omgeving worden opgevangen
hoeveelheid zuurstof die in de weefsels wordt opgenomen