H2

Tussen welke breedtegraden liggen de tropische regenwouden en de savannes?
A
Tussen de 20 graden N.B. en Z.B.
B
Tussen de 90 graden N.B. en Z.B.
C
Tussen de 23.5 graden N.B. en Z.B.
D
Tussen de 10 graden N.B. en Z.B.
1 / 20
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Tussen welke breedtegraden liggen de tropische regenwouden en de savannes?
A
Tussen de 20 graden N.B. en Z.B.
B
Tussen de 90 graden N.B. en Z.B.
C
Tussen de 23.5 graden N.B. en Z.B.
D
Tussen de 10 graden N.B. en Z.B.

Slide 1 - Quiz

Wat hebben de savannes en tropische regenwouden overeenkomstig?
A
De enorme regenval
B
De biodiversiteit
C
De temperatuur
D
De mensen die er wonen.

Slide 2 - Quiz

Wat is het verschil in klimaat tussen de tropische regenwouden en de savannes?

Slide 3 - Open question

Hoe noem je de verschillende hoogtes van de begroeiing in tropische regenwouden?

Slide 4 - Open question

In welke landschapszone komen Nomaden voor?
A
Woestijnen
B
Savannes
C
Toendra's
D
Steppes

Slide 5 - Quiz

De meeste woestijnen zijn...?
A
Rotswoestijnen
B
Grindwoestijnen
C
Zandwoestijnen
D
Poolwoestijnen

Slide 6 - Quiz

Wat voor begroeiing komt er wel voor op de savannes en niet voor op de steppes?

Slide 7 - Open question

In welke landschapszone komen de Inuit voor?
A
De polen
B
Gematigde klimaten
C
Steppes
D
Toendra's

Slide 8 - Quiz

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
Het brengen van water naar de akker.

Slide 9 - Open question

Wat is extensieve veeteelt?
A
Weinig vee op een groot stuk grond.
B
Veel vee op een klein stuk grond
C
Veel vee op een groot stuk grond
D
Weinig vee op een klein stuk grond

Slide 10 - Quiz

In welke landschapszones komen oases voor?
A
Steppes en savannes
B
Steppes en woestijnen
C
Woestijnen en savannes
D
Toendra's en steppes

Slide 11 - Quiz

Welke omschrijving hoort bij de boomgrens?
A
Het moet maximaal -10 worden in de winter
B
Het moet minimaal 10 graden worden in de zomer.
C
Het moet minimaal 10 graden worden in de winter.
D
Het moet het hele jaar boven die 10 graden zijn.

Slide 12 - Quiz

In welke landschapszone is de boomgrens het hoogst?
A
Toendra
B
Gematigde klimaten
C
Polen
D
Tropische regenwouden.

Slide 13 - Quiz

In welke landschapzones doet met het meest aan irrigatie?
A
Regenwouden en savannes
B
Savannes en steppes
C
Steppes en tropische regenwouden
D
Woestijnen en toendra's

Slide 14 - Quiz

Wat is de belangrijkste breedtecirkel?

Slide 15 - Open question

Vanaf waar beginnen we met de klimaten?
A
De Evenaar
B
Nul-Meridiaan
C
Kreeftskeerkring
D
Steenbokskeerkring

Slide 16 - Quiz

Welk klimaat ligt bij de Evenaar?
A
Tropisch regenwoudklimaat
B
Savanne klimaat
C
Steppe klimaat
D
Woestijnklimaat

Slide 17 - Quiz

Wat is een overeenkomst tussen het tropisch regenwoudklimaat en het gematigde klimaat?
A
warmer dan 18 graden Celsius
B
Hele jaar door neerslag.
C
Droge periode.
D
Meer dan 2000 MM neerslag.

Slide 18 - Quiz

Welk klimaat heeft Nederland?
A
Toendra klimaat
B
Steppe klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Savanne klimaat

Slide 19 - Quiz

Welk klimaat heeft de hoogste biodiversiteit?
A
Savannes
B
Toendra's
C
Tropische regenwouden
D
Gematigde klimaten.

Slide 20 - Quiz