Oefentoets 8.1 Democratie

Monarchie
A
Volksvertegenwoordiging.
B
Grondwet.
C
Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
D
Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.
1 / 30
next
Slide 1: Quiz
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Monarchie
A
Volksvertegenwoordiging.
B
Grondwet.
C
Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
D
Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Slide 1 - Quiz

Parlement
A
Volksvertegenwoordiging.
B
Grondwet.
C
Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
D
Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Slide 2 - Quiz

Republiek
A
Volksvertegenwoordiging.
B
Grondwet.
C
Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
D
Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Slide 3 - Quiz

Constitutie
A
Volksvertegenwoordiging.
B
Grondwet.
C
Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
D
Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.

Slide 4 - Quiz

Grondwet.
A
Democratie
B
Constitutie
C
Monarchie
D
Republiek

Slide 5 - Quiz

Een staatsvorm waarbij het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt.
A
Democratie
B
Constitutie
C
Monarchie
D
Republiek

Slide 6 - Quiz

Volksvertegenwoordiging.
A
Democratie
B
Parlement
C
Monarchie
D
Republiek

Slide 7 - Quiz

Koninkrijk waarbij de koning(in) bij erfopvolging is geregeld.
A
Democratie
B
Constitutie
C
Monarchie
D
Republiek

Slide 8 - Quiz

Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.
A
Democratie
B
Indirecte democratie
C
Directe democratie
D
Referendum

Slide 9 - Quiz

Volksraadpleging, stemming over een voorstel.
A
Democratie
B
Indirecte democratie
C
Directe democratie
D
Referendum

Slide 10 - Quiz

Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
A
Democratie
B
Indirecte democratie
C
Directe democratie
D
Referendum

Slide 11 - Quiz

De hele bevolking regeert als het ware direct mee.
A
Democratie
B
Indirecte democratie
C
Directe democratie
D
Referendum

Slide 12 - Quiz

Directe democratie
A
Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
B
Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.
C
De hele bevolking regeert als het ware direct mee.
D
Volksraadpleging, stemming over een voorstel.

Slide 13 - Quiz

Indirecte democratie
A
Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
B
Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.
C
De hele bevolking regeert als het ware direct mee.
D
Volksraadpleging, stemming over een voorstel.

Slide 14 - Quiz

Referendum
A
Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
B
Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.
C
De hele bevolking regeert als het ware direct mee.
D
Volksraadpleging, stemming over een voorstel.

Slide 15 - Quiz

Democratie
A
Burgers regeren en hebben een grote mate van inspraak op de besluiten.
B
Er worden vertegenwoordigers gekozen die voor ons besturen.
C
De hele bevolking regeert als het ware direct mee.
D
Volksraadpleging, stemming over een voorstel.

Slide 16 - Quiz

Nederland is een parlementaire constitutionele democratie
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

De inwoners van Nederland kiezen het parlement
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Het parlement is de volksvertegenwoordiging, zij vertegenwoordigen het volk niet.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Ons parlement noemen we de Eerste en de Tweede kamer.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Een ander woord voor grondwet is een constitutie
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Nederland is een republiek
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

De koning hoeft zich niet te houden aan de grondwet.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

De moeder van Willem Alexander is koningin Beatrix.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Alle landen hebben een monarchie.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

In Frankrijk wordt om de vijf jaar een koning gekozen.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Een staatsvorm waarbij een president wordt gekozen is een republiek.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Nederland is geen democratie.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

De vertegenwoordigers van politieke partijen zorgen voor de belangen van de burgers.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Door middel van een referendum kan een volk een uitspraak doen over een politiek probleem.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz