Opdracht in tweetallen:
Één leest een alinea voor, de ander luistert en bedenkt een vraag over dit stuk tekst.
Samen kijk je of dit de beste vraag is of dat deze nog beter kan. De vraag schrijf je op.
Je bedenkt 2, 3 of 4 antwoorden bij deze vraag. er mag maar 1 antwoord goed zijn. Daarna wissel je de rollen om.
De bedachte vragen lever je in bij je juf/meester.
De volgende les spelen we een quiz waarin een aantal van jullie vragen terug komen.