Kritisch lezen en betrouwbare bronnen - les 71

Kritisch lezen en betrouwbare bronnen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Kritisch lezen en betrouwbare bronnen

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik
  • Doelen
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg
  • Opdracht(en)
  • Afsluiten 

Slide 2 - Slide

Terugblik
In de vorige les heb je geleerd hoe je de tekstverbanden oorzaak-gevolg en doel-middel in teksten herkent en gebruikt.

Slide 3 - Slide

Doelen van de les
  • Je weet wat kritisch lezen is en wanneer een tekst wel of niet betrouwbaar is.
  • Je kunt herkennen of een tekst wel of niet betrouwbaar is door deze kritisch te lezen.
  • Je kunt uitleggen waarom een tekst wel of niet betrouwbaar is.

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog over kritisch lezen en betrouwbare bronnen?

Slide 5 - Mind map

Betrouwbaarheid van bronnen
Als je informatie leest op internet, in een tijdschrift of in een folder, kijk dan wie het geschreven heeft:

  • Is de schrijver deskundig?
    - Weet hij veel van het onderwerp en heeft hij er ervaring mee?
    - Of zegt hij maar wat?

Slide 6 - Slide

Betrouwbaarheid van bronnen
Als je informatie leest op internet, in een tijdschrift of in een folder, kijk dan wie het geschreven heeft:

  • Is de schrijver neutraal?
    - Verdient hij er aan als jij iets koopt of iets bezoekt?
    - Of maakt het voor hem niet uit wat jij doet?


Slide 7 - Slide

Betrouwbaarheid van bronnen
Als je informatie leest op internet, in een tijdschrift of in een folder, kijk dan wie het geschreven heeft:

  • Is de vindplaats betrouwbaar?
    - Waar heb je het artikel gevonden?
    - Is dat een betrouwbare site?


Als de schrijver niet deskundig of niet neutraal is, of als de bron niet betrouwbaar is, dan is de informatie ook niet betrouwbaar.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Opdrachten maken
Wat: Je maakt les 71. Maak opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8.

Hoe: Je maakt de opdrachten in je schrift. Je mag zachtjes overleggen.
Tijd: Je hebt tot het einde van de les.
Klaar:     - Nakijken
               - NUMO
               - Lezen
               - Leren voor de toets

Slide 11 - Slide

Heb je je doelen behaald?
  • Je weet kritisch lezen is en wanneer een tekst wel of niet betrouwbaar is.
  • Je kunt herkennen of een tekst wel of niet betrouwbaar is door deze kritisch te lezen.
  • Je kunt uitleggen waarom een tekst wel of niet betrouwbaar is.

Slide 12 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 13 - Mind map