Start H3.3 Lezen (kader en basis)

H3.3 Lezen
  • Teksdoel: informeren
  • Nauwkeurig lezen 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H3.3 Lezen
  • Teksdoel: informeren
  • Nauwkeurig lezen 

Slide 1 - Slide

Even herhalen..

Slide 2 - Slide

Teksdoelen
= elke schrijver schrijft zijn tekst met een bepaald doel. Hij wil iets bereiken met zijn tekst.

Je gaat er vier leren dit jaar.

Slide 3 - Slide

Tekstdoelen
  • Informeren
    (in deze les gaan we hier aandacht aan besteden)
  • Amuseren
  • Activeren/overhalen
  • Overtuigen 

Slide 4 - Slide

Welke manier van lezen gebruik je als je het onderwerp van een tekst wil weten?
A
Verkennend lezen
B
Nauwkeurig lezen

Slide 5 - Quiz

Waar let je op als je verkennend gaat lezen?

Slide 6 - Mind map

Bij nauwkeurig lezen lees je de tekst helemaal.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Tussenkopjes zijn belangrijk bij verkennend lezen.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Veel teksten bestaan uit drie delen.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Welk woord herken je in het woord 'informeren'?

Slide 10 - Open question

De schrijver heeft als tekstdoel 'informeren' gekozen, dat betekent dat hij met zijn tekst.....

Slide 11 - Mind map

Tekstdoel 'Informeren'
= De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.

Voorbeelden van teksten die als tekstdoel 'informeren' hebben:
  • nieuwsbericht
  • weerbericht
  • tekst uit een schoolboek

Slide 12 - Slide

Nauwkeurig lezen doe je zo:
  • Lees de tekst aandachtig. Lees zin voor zin.

  • Probeer zo goed mogelijk te begrijpen wat er staat.

Slide 13 - Slide

Waaraan herken je alinea's? Drie kenmereken:

Slide 14 - Mind map

Basis aan de slag (Kader blijft nog even hangen)

H3.3 Lezen
Basis: Opdracht 1 t/m 4, 6 en 8

Klaar?
Wat voor jezelf doen.
Huiswerk voor woensdag 16 maart 
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Kernzin
=de zin met de belangrijkste informatie van de alinea. Vaak is de kernzin de eerste zin van de alinea.

Toelichting
= De andere zinnen van de alinea zijn een toelichting bij de kernzin. Meestal is de toelichting een uitleg of een voorbeeld.

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
Emoji zijn symbolen die emoties of plaatjes weergeven. Je kunt er sneller informatie mee overbrengen dan met tekst. Er verschijnen regelmatig nieuwe emoji. Zo kun je tegenwoordig mango’s, lama’s en skateboards versturen.

Kernzin= Emoji zijn symbolen die emoties of plaatjes weergeven.

Toelichting= De rest  van de alinea licht de kernzin verder toe. 

Slide 17 - Slide

Aan de slag 
H3.3 Lezen
Basis: 1 t/m 4, 6 en 8 t/m 12
Kader: 1, 2 en 4 t/m 9

Huiswerk voor woensdag 16 maart
timer
1:00

Slide 18 - Slide