What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
CHAPITRE 6_2
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
www.verbuga.eu
Slide 4 - Link
AVOIR
ÊTRE
je suis
nous sommes
tu as
ils ont
Slide 5 - Drag question
Is het werkwoord een vervoeging van être of avoir?
Sleep de vervoeging naar het goede werkwoord.
AVOIR
ÊTRE
je
suis
tu
as
nous
sommes
j'
ai
elle
a
vous
avez
elles
sont
tu
es
il
est
ils
ont
Slide 6 - Drag question
timer
1:30
avoir
être
ont
es
avons
ai
sommes
avez
suis
a
as
sont
êtes
est
Slide 7 - Drag question
Wat hoort bij welk werkwoord?
avoir
être
suis
est
ont
êtes
zijn
a
hebben
avons
sommes
ai
Slide 8 - Drag question
être
=
zijn
Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
sommes
sont
suis
êtes
es
est
Slide 9 - Drag question
avoir
être
ont
es
avons
ai
sommes
avez
suis
a
as
sont
êtes
est
Slide 10 - Drag question
ÊTRE
= zijn
es
est
sont
suis
Je
Tu
il/ elle/ on
ils/ elles
Slide 11 - Drag question
être
=
zijn
Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
tu
je/j'
suis
es
est
Slide 12 - Drag question
Zet de vervoegingen van het werkwoord 'être' in de goede volgorde.
être
est
sommes
es
êtes
sont
suis
Slide 13 - Drag question
AVOIR
ÊTRE
je suis
nous sommes
tu as
ils ont
Slide 14 - Drag question
être
timer
1:30
il/elle/on
tu
je/j'
suis
est
es
Slide 15 - Drag question
Vertaling?
être
avoir
vouloir
aller
hebben
gaan
zijn
willen
Slide 16 - Drag question
Il ... (avoir)
A
a
B
as
C
ai
D
ont
Slide 17 - Quiz
Wat betekent avoir?
A
hebben
B
zijn
Slide 18 - Quiz
vous ____________ (avoir)
A
avons
B
avez
C
ai
D
êtes
Slide 19 - Quiz
Tu ... (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
ont
Slide 20 - Quiz
avoir, nous ...
A
sommes
B
êtes
C
avez
D
avons
Slide 21 - Quiz
J' ... (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
ont
Slide 22 - Quiz
elles (avoir)
A
avons
B
sont
C
ont
D
avez
Slide 23 - Quiz
elle (avoir)
A
vont
B
sont
C
ont
D
a
Slide 24 - Quiz
Vous ... (avoir)
A
ai
B
as
C
avez
D
avons
Slide 25 - Quiz
Nous ... (avoir)
A
ai
B
as
C
avez
D
avons
Slide 26 - Quiz
J'..... (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
ont
Slide 27 - Quiz
ils (avoir)
A
a
B
as
C
ai
D
ont
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Slide
Le ballon = ?
Slide 30 - Open question
Slide 31 - Slide
Paris d'en haut =
A
Omhoog naar Parijs
B
Naar Parijs
C
Parijs van bovenaf
Slide 32 - Quiz
(d')en bas
A
van onderaf
B
beneden
C
onderaan
D
op de begane grond
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
More lessons like this
Proeftoets 1F/1G CH3, toetsweek
June 2021
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
3 havo2 chap1C grl5e
September 2020
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1.1 Basiswerkwoorden avoir, être en aller
June 2022
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Woensdag 24 mei herhalingsgrammatica
May 2024
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
voorbereiden coronatoets
May 2020
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
U6 être et avoir
June 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
H1 - Avoir & Etre
May 2024
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
klas 2TL - bij Hfd. 5 - de Passé composé met avoir en être
March 2021
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2