H8.1 en H8.2

H8 Verkeer en Veiligheid
4 basis
17 mrt PTA (4 wkn)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H8 Verkeer en Veiligheid
4 basis
17 mrt PTA (4 wkn)

Slide 1 - Slide

Verkeer en Veiligheid
H8 Verkeer en veiligheid starten
Uitleg H8.1 Krachten op voertuigen 
Zelfstandig werken
Afsluiten

Slide 2 - Slide

H8.1 Krachten op voertuigen leerdoelen
  1. Je kunt aandrijfkrachten en tegenwerkende krachten op een bewegend voorwerp onderscheiden.
  2. Je kunt tegenwerkende krachten op een bewegend voorwerp benoemen.
  3. Je kunt drie onderdelen van een krachtpijl benoemen.
  4. Je kunt uitleggen wat een krachtenschaal is.
  5. Je kunt een kracht tekenen door gebruik te maken van de krachtenschaal.
  6. Je kunt de netto-kracht/resultante samenstellen van krachten die langs een lijn werken.

Slide 3 - Slide

Krachten op voertuigen


Aandrijfkracht / stuwkracht
  • spierkracht,  kracht van de motor, zwaartekracht (van helling af)

Tegenwerkende kracht
  • Remkracht, luchtwrijving, rolwrijving, zwaartekracht (de helling op)


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Krachten tekenen

  • Aangrijpingspunt
  • Richting krachtenpijl / vector
  • Lengte van de pijl 

  • Krachtenschaal: 1 cm ≙ 25 N
  • 1 cm komt overeen met 25 Newton

Slide 6 - Slide

Nettokracht / resultante kracht
Wat is hier de nettokracht!!!

Slide 7 - Slide

Zelfstandig werken
  • Wat: Lees hoofdstuk 8.1 op blz. 189 t/m 190 en maak opgaven: 1 t/m 12 op blz. 189 t/m 190.
  • Hoe: 20 min zelfstandig werken, daarna mogen jullie overleggen.
  • Hulp: Nova boek / Docent
  • Tijd: 25 min .
  • Uitkomst: 1 t/m 12 af
  • Klaar: Huiswerk opgaven 1 t/m 35 blz. 189 t/m 196.    
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Marc heeft een boot met een buitenboordmotor (afb 10). De motor geeft een stuwkracht van 200 N. Bij het wegvaren geeft het water een weerstand van 150 N.
De krachtenschaal is 1 cm ≙ 50 N.
30) Bereken de lengte van de stuwkracht (schrijf eerst de formule op!
  • kracht = lengte x krachtenschaal
  • lengte=kracht:kr.schaal = 200 : 50 = 4 cm
31) Bereken de lengte van de tegenwerkende kracht van het water
  • lengte=kracht:kr.schaal = 150 : 50 = 3 cm
32) Teken de pijl van de stuwkracht en tegenwerkende kracht in afbeelding 10


33) Bereken de de resultante van de krachten op de boot
  • De resultante is 200 N - 150 N = 50 N
34a) Bereken de lengte van de pijl van resultante kracht. 
  • lengte=kracht:kr.schaal = 50 : 50 = 1 cm
34b) Teken de resultante in de afbeelding

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

H2 Bewegen en snelheid
  • Herhaling H8.1 (5 min)
  • Uitleg H8.2 (10 min)
  • Zelfstandig werken (20 min)
  • Afsluiting (5 min)

Slide 11 - Slide

Herhaling H8.1 Krachten op voertuigen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

H8.2 Beweging en snelheid leerdoelen
  1.  Je kunt de afstand berekenen die een bewegend voorwerp aflegt in een bepaalde tijd.
  2. Je kunt de tijd berekenen die een bewegend voorwerp over een bepaalde afstand doet.
  3. Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen.
  4. Je kunt berekenen hoeveel kracht er nodig is om een massa op te tillen.
  5. Je kunt de snelheid in m/s en de snelheid in km/h naar elkaar omrekenen

Slide 14 - Slide

H8.2 Beweging en snelheid
Afstand en tijd
  • Afgelegde weg (km) = snelheid (km/h) x tijd (h)
  • tijd = afstand : snelheid
  • snelheid (km/h) = Afgelegde weg (km) : tijd (h)



Slide 15 - Slide

H8.2 Beweging en snelheid
Afstand en tijd
  • Afgelegde weg (km) = snelheid (km/h) x tijd (h)
  • tijd = afstand : snelheid
  • snelheid (km/h) = Afgelegde weg (km) : tijd (h)

Gemiddelde snelheid
  • gemiddelde snelheid (km/h) = afstand (km) : tijd (h)
  • gemiddelde snelheid (m/s)   = afstand (m)   : tijd (s)

Slide 16 - Slide

38) Een vliegtuig vliegt 2,5 uur met een snelheid van 1000 km/h. Welke afstand heeft het vliegtuig afgelegd? 
Schrijf de formule op!

  • Gegevens: tijd = 2,5 h ; snelheid = 1000 km/h
  • Gevraagd:   afstand = ? km
  • Formule:     afstand = snelheid x tijd 
  • Uitwerking  afstand = 1000 x 2,5 = 2500 km
  • Antwoord:   de afstand is 2500 kilometer


Slide 17 - Slide

Maarten fietst met een gemiddelde snelheid van 18 km/h naar school.
Hij doet er 1,5 uur over om op school te komen.
Bereken hoever hij van school woont.
(zet de berekening in de goede volgorde)
afstand = 18 km/h x 1,5 h
afstand = snelheid x tijd
afstand = 27 km

Slide 18 - Drag question

Jij loopt 3 kilometer naar school in 3 kwartier (= 0,75 uur).
Bereken jouw (gemiddelde) snelheid.
A
2,25 km/h
B
0,25 km/h
C
4 km/h
D
9 km/h

Slide 19 - Quiz

Snelheid omrekenen
De snelheid kun je m/s of km/h berekenen.

Slide 20 - Slide

51) Reken om:
80 km/h = ... m/s
A
1,3 m/s
B
22,2 m/s
C
288 m/s
D
4800 m/s

Slide 21 - Quiz

51) Reken om:
54 km/h = ... m/s
A
0,9 m/s
B
54 m/s
C
15 m/s
D
194,4 m/s

Slide 22 - Quiz

50) Reken om:
5 m/s = ... km/h
A
1,4 km/h
B
5 km/h
C
18 km/h
D
50 km/h

Slide 23 - Quiz

Zelfstandig werken
  • Wat: Lees hoofdstuk 8.2 op blz. 197 t/m 191 en maak opgaven: 36 t/m 45 op blz. 198 t/m 201.
  • Hoe: 20 min zelfstandig werken, daarna mogen jullie overleggen.
  • Hulp: Nova boek / Docent
  • Tijd: 25 min .
  • Uitkomst: 36 t/m 45 af
  • Klaar: Huiswerk opgaven 36 t/m 52 blz. 198 t/m 204.    
timer
25:00

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Samenvatting H8.1 en H8.2
  • Je weet wat aandrijfkrachten en tegenwerkende krachten zijn op een bewegend voorwerp
  • Je kunt uitleggen wat een krachtenschaal is en daarbij de krachten tekenen
  • Je kunt de netto-kracht / resultante samenstellen van krachten berekenen die "in de zelfde richting" of "tegengesteld" zijn

  • Rekenen met "afstand = snelheid x tijd"
  • Rekenen met  "tijd = afstand : snelheid"
  • Rekenen met "gemiddelde snelheid = afstand : tijd"
  • Je kunt snelheid omrekenen van km/h  <=>  m/s 

Slide 26 - Slide