O5: DISK thema 5 'verliefd zijn', vraagwoorden (wk 14, les 2)

Nederlands (NT2)


O5
Niveau: A0-A1

19-01-2023

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NT2HBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands (NT2)


O5
Niveau: A0-A1

19-01-2023

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?

  • Werkwoorden vervoegen
  • Kleuren
  • Wie is het?
  • Vraagwoorden
  • DISK thema 5

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Werkwoorden vervoegen


Hoe herken je een werkwoord?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Jij ... (dansen) in de regen.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Zij ... (rijden) samen naar werk.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Kim ... (kijken) de voetbalwedstrijd.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Piet en Kim ... (huilen) om de uitslag van de wedstrijd.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Elodie ... (juichen) voor het Franse team.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Ik ... (begrijpen) niks van voetbal.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Gesloten vragen
Gesloten vragen -> kun je antwoord op geven met ja/nee.

  1. Frits danst op de muziek.
  2. Luke en Lorelai kijken een film.
  3. Ik ben te laat.
  4. Wij  lezen een spannend boek.
  5. Emily  eet lekkere chocola.
  6. Jullie schrijven een brief  aan mijn beste vriend.
  7. Jij luistert naar muziek.                                                            Begrijp je het?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kleuren
Welke kleuren ken je in het Nederlands?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Kleuren
Welke kleuren ken je in het Nederlands?
rood
geel
blauw
groen
zwart
wit

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Kleuren
                                               En deze kleuren dan?

Paars
Roze
Oranje
Bruin
Grijs

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Kleuren
                                               En deze kleuren dan?

Paars               = purple
Roze                = pink
Oranje             = orange
Bruin                = brown
Grijs                  = grey

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Kleuren

Zoek een voorwerp in de kleur die de docent noemt.
Je hebt tien seconden.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Kleuren
Vertel over je uiterlijk.
Bijvoorbeeld:
Mijn haar is blond.
Mijn ogen zijn blauw.
Mijn jurk is zwart.
Mijn vest is wit.
Mijn schoenen zijn wit.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wie is het? 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vraagwoorden
Who
What
Where
When
Which
How

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Vraagwoorden
Who                              =            wie
What                             =           wat
Where                          =           waar  
When                           =            wanneer 
Which                          =            welk / welke
How                              =            hoe

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Werkblad

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Disk: zelfstandig werken
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema 5 verliefd zijn.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Rendictee
Maak teams (tweetallen).

Wie doet wat?
Één leerling gaat rennen en onthouden.
Één leerling gaat met het woord een zin
schrijven.


Slide 22 - Slide

De docent bespreekt na afloop de betekenis van de woorden.