4Mdgs - 7 sept

4Mdgs - Maandag 7 sept
Nodig:
- Examenboek blz. 26
- Schrift
- Etui
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

4Mdgs - Maandag 7 sept
Nodig:
- Examenboek blz. 26
- Schrift
- Etui

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Uitleg §1.3
  • Uitleg §1.4
pauze
  • Zelfstandig werken
  • controle

Slide 2 - Slide

Laatste vraag ....Wat hoort niet bij de grondwetswijziging van 1848?
A
ministeriële verantwoordelijkheid
B
censuskiesrecht
C
Algemeen kiesrecht
D
De koning is onschendbaar

Slide 3 - Quiz

Ministeriële verantwoordelijkheid betekent:
A
Ministers kunnen niet vervolgd worden
B
Ministers zijn verantwoordelijk voor goed bestuur
C
Ministers hebben geen invloed
D
Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

§1.3 'Liberalen, conservatieven en confessionelen'

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Openbare en bijzondere scholen
Openbare scholen:
  • Door de overheid gestichte scholen
  • Kregen subsidie van de overheid.
  • Kinderen moeten logisch leren denken. 

Bijzondere scholen:

  • Niet door de overheid gestichte scholen
  • Katholieken en protestanten stichtten deze bijzondere scholen om ook godsdienst op school te mogen geven. 
  • Krijgen geen subsidie van de overheid.

Slide 8 - Slide

De schoolstrijd
  • De liberale overheid wil bijzondere scholen geen geld geven, omdat zij gelovigen dom vinden. Wonderen bestaan niet. 
  • De protestanten richten in 1879 een politieke partij (ARP) op om gelijke bandeling voor alle scholen te eisen. 
  • Later gaan de protestanten en katholieke samen werken in deze schoolstrijd
  • In 1917 kwam er een einde aan de schoolstrijd, de pacificatie.  

Slide 9 - Slide

§1.4 'Socialisten en feministen'

Slide 10 - Slide

Industriële Revolutie
  • Vanaf 1830 vind in Nederland industrialisatie plaats. Steeds meer producten worden door machines in fabrieken geproduceerd. 
  • Dit leidde tot sociaaleconomische veranderingen. 
  • De problemen in leef- en werkomstandigheden van de arbeiders = sociale kwestie

Slide 11 - Slide

Sociaaleconomische veranderingen
  • MInder werk platteland.
  • Mensen verhuizen naar de stad op zoek naar werk. Steden groeien, verstedelijking
  • In steden ontstaan arbeiderswijken waarin de leefomstandigheden slecht zijn. 
  • Veel arbeiders (ook kinderen) werken in slechte, ongezonde omstandigheden in fabrieken en werkplaatsen.
  • Geen hulp bij ouderdom, ziekte of invalide. 

Slide 12 - Slide

Vakbonden en socialisten
  • Arbeiders met hetzelfde beroep gingen samen werken voor betere arbeids omstandigheden in vakbonden
  • Zij onderhandelden met de werkgevers met stakingen als drukmiddel.
  • Ook onstond er een politieke stroming die opkwam voor de belangen van arbeiders, de socialisen.
  • Socialisen, communisten, sociaaldemocraten. 

Slide 13 - Slide

Sociale wetgeving
  • Mensen waren voor hulp afhankelijk van de kerk of rijken. Alleen voor gelovigen.
  • Sociaaldemocraten vonden dat de overheid de arbeiders moesten helpen.
  • Liberalen waren tegen bemoeienis van de overheid. Wetten zijn geen vrijheid. 
  • Steeds meer liberalen en conservatieven zagen in dat de overheid toch een beetje moest helpen.
  • 1854: de Armenwet. Eerst de kerk en dan mag de gemeente bijspringen. 

Slide 14 - Slide

Andere sociale wetten
  • 1874: het Kinderwetje van Van Houten.
  • 1901: Ongevallenwet
  • 1901: Woningwet

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Aan de slag


Huiswerk t/m Ma 7 sept:
  • Lezen én arceren §1.1 t/m §1.4
  • Maken §1.1 opdr. 1 t/m 10
  • Maken §1.2 opdr. 1 t/m 5, 6a, 7 en 8
  • Maken §1.3 opdr. 1 t/m 9

Slide 20 - Slide

Huiswerk



Samenvatten §1.4
Maken §1.4 opdr. 1 t/m 7, 9 en 10

Maandag 7 september - 2e uur

Slide 21 - Slide