This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
omrekenen
1 kW = 1 x 1000 = 1000 W
1 W = 1/1000 = 0,001 kW
1 mW = 1/1000 = 0,001 W
1 A = 1000 mA
1 mA = 0,001 A
1 kA = 1000 A
Slide 1 - Slide
Reken om: 1200 W = .... kW
A
1,2 kW
B
0,12 kW
C
12 Kw
D
120 kW
Slide 2 - Quiz
1,8 kW = ... W
A
18 W
B
180 W
C
1800 W
D
18000 W
Slide 3 - Quiz
Reken om: 12 mW = ... W
A
120 W
B
0,012 W
C
0,12 W
D
12 W
Slide 4 - Quiz
Reken om: 1,5 A = ... mA
A
15 mA
B
150 mA
C
0,0015 mA
D
1500 mA
Slide 5 - Quiz
Reken om: 500 A = ... A
A
5 A
B
0,5 A
C
50 A
D
500 A
Slide 6 - Quiz
U = 12 V en I = 2 V Bereken het vermogen? (2 min) gebruik: gegevens, gevraagd, uitwerking
Slide 7 - Open question
Week 6
Proeftoets H4.3 en H4.4
Nodig: rekenmachine, formule blaadje
tijd: ongeveer 20 min
let op: geen antwoorden via chat en niet hardop nadenken via de microfoon.
Gebruik 'handje' als iets onduidelijk is; tijd stopt niet!!!
succes
Slide 8 - Slide
Welke schakeling is een gemende schakeling? (T1, 1p)
timer
1:30
A
B
C
D
Slide 9 - Quiz
I tot = 250 mA I1 = 90 mA Hoe groot is I4? (T2, 2p)
timer
3:00
Slide 10 - Open question
Op de verpakkinkig van een ledlamp staat 12 V/250 mA. Berken het vermogen van de led. (T2, 3p)
timer
3:30
Slide 11 - Open question
Hoe kan Samsung de batterijduur van de telefoons verlengen. (meerdere antw mogelijk) (T2, 2p)
timer
2:00
A
Zuinige onderdelen gebruiken.
B
Telefoon goed beveiligen.
C
Geen batterij gebruiken.
D
Software sluit onderdelen uit als het niet wordt gebruikt.
Slide 12 - Quiz
Een batterij met met grotere capaciteit heeft meer vermogen. (I, 1p)
timer
1:00
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Je gebruikt een 1,2 V batterij in een zaklamp. Vermogen vh lampje is 2,4 W. Bereken de stroomsterkte door de lamp. (T1, 2p)
timer
3:30
Slide 14 - Open question
De capaciteit van de batterij is 2700 mAh. Bereken na hoeveel tijd de batterij in een oplader weer opgeladen is bij een stroomsterkte van 0,2 A. (T2, 3p)
timer
3:30
A
135 h
B
13,5 h
C
540 min
D
13 500 s
Slide 15 - Quiz
Hoeveelheid energie die per seconde verbruikt wordt noem je ... . (R, 1p)
timer
1:00
A
capaciteit
B
vermogen
C
kW
D
mAh
Slide 16 - Quiz
einde
Hoeveel punten heb je gescoord?
(gescoorde punten * 9)/ 16 = cijfer
volgende week: SO H4, weging 3x
Leer H4, PLUSstof overslaan
Slide 17 - Slide
"capaciteit van een batterij
Slide 18 - Mind map
Een handmixer heeft een maximaal vermogen van 175 W in de hoogste stand. Bereken de stroomsterkte. (3 min)
Slide 19 - Open question
Wanneer loopt een batterij sneller leeg? (geef een kort antwoord)
Slide 20 - Open question
Waarom moeten de onderdelen(scherm , wifi ) van je telefoon zuinig zijn met de energie?
Slide 21 - Open question
capaciteit van een batterij
elektrische energie opgeslagen in chemische energie
denk aan verbranden van hout:
hout --> aansteken --> vuur --> warmte energie
chemische energie --> elektrische energie
Slide 22 - Slide
Capaciteit batterij berekenen
Capaciteit = stroomsterkte x tijd
I in Ampere(A) t in uren (h)
dan wordt C in mAh
C=I⋅t
Slide 23 - Slide
Bij 10 mA gaat een batterij 150 uur mee. Bereken de capaciteit
Slide 24 - Open question
De capaciteit van de batterij van een zaklamp is 4500 mAh. Bereken hoe lang de batterij meegaat als I = 0,150 A ( tijd 3 min, 2p, T1)
Slide 25 - Open question
afsluiting
Wat : mk H4.4 opd 1 t/m 13
Wanneer: as vrijdag 18.00 uur
hoe : online
as vrijdag O_nat, zie magister
Slide 26 - Slide
energieverbruik
E = P . t
E in Joule(J)
Slide 27 - Slide
Een magnetron van 1800 W staat 50 s. Bereken het energieverbruik in Joule. formule E = P . t
Slide 28 - Open question
Een tv van 120 W staat in een week 21 uur aan. Bereken energieverbruik in kJ
Slide 29 - Open question
Een wasmachine van 3000 W verbruikt tijdens een wasbeurt 16,2 MJ. Bereken hoelang de wasbeurt duurt in seconde.
Slide 30 - Open question
Hoelang duurt de wasbeurt in uren?
Slide 31 - Open question
Energie meten in kWh
kWh-meter (energiemeter) meet de hoeveelheid elektrische energie die je thuis verbruikt.
E = P . t
P in kW t in h (uur) E in kWh
1 kWh = 3 600 000 J = 3,6 MJ
Slide 32 - Slide
Joule als eenheid
vaak in kJ of MJ
Ook als energiewaarde van levensmiddelen; zie fig 4