This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Test je kennis van hoofdstuk 5.
Kan de overheid dat regelen.
De test heeft 31 vragen.
Oefentoets H5
Maak gebruik van de begrippenlijst blz. 155
Slide 1 - Slide
Alle burgers en bedrijven samen noem je de ...
A
Particuliere sector
B
Primaire sector
C
Collectieve sector
D
Secundaire sector
Slide 2 - Quiz
Accijns zijn een extra verbruiksbelasting op ...?
A
Energie
B
Alcohol
C
Voedsel
D
Diensten
Slide 3 - Quiz
De ontvangsten van de Rijksoverheid waren: € 268 miljard in 2015 € 275 miljard in 2018 Bereken de stijging in procenten. Schrijf je berekening op.
Slide 4 - Open question
Wat zijn kenmerken van collectieve voorzieningen?
A
De particuliere sector betaalt de voorzieningen.
B
De overheid betaalt de voorzieningen.
Slide 5 - Quiz
Marktwerking betekent dat alle bedrijven in deze sector onderling moeten concurreren met hun prijzen en kwaliteit om klanten te winnen?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Laura denkt dat marktwerking een voordelig is voor de burger.
A
Dat is zo want de bedrijven moeten zorgen voor een goede kwaliteit en prijs.
B
Dat is zo want dan wordt er meer reclame gemaakt.
C
Dat is niet zo want de kwaliteit van producten gaat door de concurrentie omlaag.
D
Dat is zo want de overheid wil alles zo goed en goedkoop mogelijk regelen.
Slide 7 - Quiz
Noord-Korea heeft een planeconomie
Nederland een sociale markteconomie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Een planeconomie heeft geen marktwerking, terwijl dat wel zo is bij een vrijemarkteconomie en sociale markteconomie?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Een vrijemarkteconomie houdt rekening met het betaalbaar houden van basisbehoeften en veiligheid van burgers ... ?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Privatisering betekent dat een bedrijf van de overheid particulier wordt en winst wil maken. . Hierdoor ontstaat concurrentie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Het CBS verzamelt allerlei informatie over onze economie, bijvoorbeeld maandelijks het inflatiecijfer van alle producten in ons land.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Hoeveel procent van de inkomsten van de gemeente Venlo zijn afkomstig van het Rijk? Schrijf je berekening op.
Slide 13 - Open question
Bij een begrotingsoverschot heeft de overheid meer inkomsten dan uitgaven?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Bij een begrotingstekort groeit de staatsschuld.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
In welk jaar was de staatsschuld per NL'er het kleinst?
17 miljoen NL'ers
A
2016
B
2015
C
2011
D
2010
Slide 16 - Quiz
BTW en accijns zijn vormen van indirecte belastingen omdat
A
Deze belasting rechtstreeks aan de belasting wordt betaald
B
De accijns is wel indirect maar BTW niet
C
Deze belasting wordt via een winkel aan de belasting betaald
D
BTW wel maar accijns niet.
Slide 17 - Quiz
Nederland is een sociaal land. We hebben veel sociale verzekeringen. Deze zijn verdeeld in volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
iedere inwoner van Nederland heeft recht op Volksverzekeringen ?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
Werknemersverzekeringen heeft iedere inwoner van Nederland recht op?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Juist of onjuist ? 1. De werknemersverzekeringen worden grotendeels door de werkgever betaald ? 2. Je hebt altijd recht op een bijstandsuitkering als je geen werk kunt vinden ?
A
1. is juist
B
2. is juist
C
Beide juist
D
Beide onjuist
Slide 21 - Quiz
Mensen met betaald werk noem je ook wel actieven, mensen zonder betaald werk noem je inactieven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Om de AOW te kunnen blijven betalen kan de overheid: 1. De AOW-leeftijd verder verhogen 2. De AOW-uitkering kunnen verlagen 3. Meer belasting heffen
A
1 is juist
B
1 en 2 zijn juist
C
1, 2 en 3 zijn juist
D
Allemaal onjuist
Slide 23 - Quiz
Demi en Stef hebben 2 kinderen. Per maand ontvangen ze € 168,83 aan kinderbijslag. In welke leeftijds- categorie vallen beide kinderen?
kwartaal
A
Allebei 0 t/m 5 jaar
B
Eén 0 t/m 5 jaar
Eén 6 t/m 11 jaar
C
Allebei 6 t/m 11 jaar
D
Eén 6 t/m 11 jaar
Eén 12 t/m 17 jaar
Slide 24 - Quiz
Het minimumloon in Nederland is een klein beetje hoger dan een bijstandsuitkering ... ?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
Wat is het CBS?
A
Commercieel bureau van statistiek
B
Centraal bureau van statistiek
C
Centraal bedrijf van statussen
D
Commercieel bedrijf van statussen
Slide 26 - Quiz
Wat doet de CBS?
A
Verzameld alleen informatie over de inkomen van de bevolking
B
Geeft advies aan de gezinnen
C
Doet alleen onderzoek naar de verschillen van de gezinnen
D
Verzameld alle informatie over de economie
Slide 27 - Quiz
Wat is een staatsschuld?
A
Geld dat de overheid heeft geleend
B
Geld dat de overheid heeft gespaard
C
Geld dat de overheid verdient
D
Geld dat burgers aan de overheid betalen
Slide 28 - Quiz
Wat is GEEN volksverzekering?
A
Wajong
B
AKW
C
Wlz
D
ANW
Slide 29 - Quiz
Er moet € 18 miljard rente betaald worden over de staatsschuld. De rente is 2,68% . Bereken de totale staatsschuld?
Slide 30 - Open question
Wat gebeurt er met de werkloosheid in de komende jaren door de vergrijzing in Nederland?
A
Stijgt
B
Daalt
C
Blijft gelijk
Slide 31 - Quiz
In welke bevolkingspiramide is er sprake van vergrijzing?
A
1950
B
2050
Slide 32 - Quiz
Van welke soort werkloosheid is hier sprake? Er is inflatie waardoor er minder vraag is naar producten.