leesvaardigheid klas 3

leesvaardigheid klas 3
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

leesvaardigheid klas 3

Slide 1 - Slide

Hoeveel inwoners heeft Berlijn?

Slide 2 - Slide

Hoeveel inwoners heeft Berlijn?
A
3,5 miljoen
B
3 miljoen
C
3,6 miljoen
D
3,9 miljoen

Slide 3 - Quiz

deze vraag komt eraan
 Hoeveel jaar heeft de Berlijnse Muur de stad in tweeën gedeeld?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoeveel jaar heeft de Berlijnse Muur de stad in tweeën gedeeld?
A
26 jaar
B
27 jaar
C
40 jaar
D
28 jaar

Slide 6 - Quiz

de vraag komt eraan
In welk jaar viel de Berlijnse Muur?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

In welk jaar viel de Berlijnse Muur?
A
1990
B
1989
C
1949
D
1961

Slide 9 - Quiz

de vraag komt eraan
 Sinds wanneer is Berlijn de hoofdstad van Duitsland?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Sinds wanneer is Berlijn de hoofdstad van Duitsland?
A
1989
B
1949
C
1990
D
1961

Slide 12 - Quiz

Op welke leeftijd gaan de kinderen in Duitsland naar de basisschool?

Slide 13 - Slide

Op welke leeftijd gaan de kinderen in Duitsland naar de basisschool?
A
5 jaar
B
6 jaar
C
4 jaar
D
3 jaar

Slide 14 - Quiz

Met welke klas begint de middelbare school in Duitsland?

Slide 15 - Slide

Met welke klas begint de middelbare school in Duitsland?
A
klas 1
B
klas 3
C
klas 4
D
klas 5

Slide 16 - Quiz

Hoe heet de hoogste functie in Duitsland?

Slide 17 - Slide

Hoe heet de hoogste functie in Duitsland?
A
Bundeskanzler
B
Bundespräsident
C
Minister Präsident
D
Konig

Slide 18 - Quiz

Waar ontvangt het Duitse staatshoofd zijn gasten?


Slide 19 - Slide

Waar ontvangt het Duitse staatshoofd zijn gasten?


A
Detmold
B
Berlin Zehlenhof
C
Schloss Bellevue
D
Sans Soucci

Slide 20 - Quiz

Wat voor soort tekst is dit?

Slide 21 - Slide

Wat voor soort tekst is dit?
A
forumbericht
B
nieuwbericht
C
reclametekst

Slide 22 - Quiz

 Welke dieren worden in de tekst genoemd?

Slide 23 - Slide

Welke dieren worden in de tekst genoemd?
A
cavia
B
konijn
C
fret
D
hond

Slide 24 - Quiz

Welke dieren worden in deze praktijk behandeld?

Slide 25 - Slide

Welke dieren worden in deze praktijk behandeld?
A
alleen honden en katten
B
alleen zoogdieren
C
alle dieren

Slide 26 - Quiz