Unit 4.4 - Recap 'to be'(+) & (-) & (?)

Unit 4.4
1 / 41
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Unit 4.4

Slide 1 - Slide

Unit 4.4 - TO BE (+/-/?)
Today it's all about...
'to be'

Slide 2 - Slide

I know how to write and say
all forms of the verb 'to be'

Slide 3 - Slide


RECAP Verb 'to be' (+)

 RECAP Verb 'to be' (-)

NEW Verb 'to be' (?)

Grammar Quiz
PLAN

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Basishouding.... focus!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

RECAP - 'to be' (+) positive

Slide 8 - Slide

lange vorm!

Slide 9 - Slide

Sleep de juiste (verkorte) vorm naar de zin.

timer
1:30
She ... in her room.
I ... twelve years old.
They ...my parents.
We ... in the kitchen.
You ... my best friend.
The dog ... in the garden.
am | 'm
are | 're
are | 're
is | 's
are | 're
is | 's

Slide 10 - Drag question

verkorte vorm!

Slide 11 - Slide

Sleep de lange vorm (blauw) naar de korte vorm (rood).

I'm
You're
He's
We're
She's
It's
They're
I am
You are
He is
We are
She is
It is
They are

Slide 12 - Drag question

Any questions?

Slide 13 - Slide

RECAP - 'to be' (+) negative

Slide 14 - Slide

Basishouding.... focus!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

page 24 of your book

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

korte vorm (+)
ontkennend (-)
Werkwoord 'to be' - samenvatting

Slide 19 - Slide

Any questions?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Hoe maak je in het Engels een zin
vragend met het werkwoord 'to be'?

Slide 23 - Mind map

New grammar, so pay attention!

Slide 24 - Slide

NEW - 'to be' (+) questions

Slide 25 - Slide

Basishouding.... focus!

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Hoe stel je een vraag met 
To be?
Vraagzinnen met to be maak je door de eerste woorden van de zin om te draaien.
 

I am funny      Am I funny?

Slide 28 - Slide

Deze ken je nog...
I am very tall. 
You are sporty. 
He is funny. 
She is pretty. 
It is very old. 
We are wearing the same shirt. 
You are twins. 
They are fond of ice cream.
Het dikgedrukte zijn de vormen van to be..

Slide 29 - Slide

Nu omdraaien dus...
I am very tall.                                          Am I very tall?
You are sporty.                                       Are you sporty?
He is funny.                                              Is he funny?
She is pretty.                                           Is she pretty?
It is very old.                                            Is it very old?
We are wearing the same shirt.     Are we wearing the same shirt?
You are twins.                                         Are you twins?
They are fond of ice cream.             Are they fond of ice cream?

Slide 30 - Slide

Klik op de link, maak de oefening. Klaar? Steek je hand op en laat mij zien hoeveel je er goed hebt.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

Well done!

Slide 33 - Slide

Hoe ging deze les?
Super, vandaag ging het heel goed!
Ik geloof dat ik nog veel moet leren...... Maar ik heb er zin in!
50-50, beetje makkelijk, beetje moeilijk
Ik vind een zin vragend maken nog best wel moeilijk.
Supermoeilijk, ik heb bijles nodig.

Slide 34 - Poll

LEER: woordjes lesson 4 (page 198)
LEES: phrases lesson 2 (page 199)
MAAK: oefening 38 en 39 (page 168-169)

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Homework B11 en B12
STUDY
phrases lesson 2 (page 199)

READ
phrases lesson 4 (page 199) 1st half

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link