DP1 I dinsdag 3 oktober

DP1 I
dinsdag 3 oktober
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2BasisschoolGroep 8

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

DP1 I
dinsdag 3 oktober

Slide 1 - Slide

Inhoud
Quiz
Grammatica
Gezichten



Slide 2 - Slide

Ik heb, dit weekend, dit in het Nederlands gezegd:

Slide 3 - Mind map

Nederlandse politiek

Slide 4 - Mind map

lekker brood - ik - koop
A
Koop lekker brood ik.
B
Ik koop lekker brood.
C
Koop ik lekker brood.

Slide 5 - Quiz

? lekker brood - koop - ik ?
A
Ik koop lekker brood?
B
Koop ik lekker brood?
C
Lekker brood ik koop?

Slide 6 - Quiz

Zij heeft in het bos gewandel..
A
t
B
d

Slide 7 - Quiz

Jullie hebben hard gewerk..
A
d
B
t

Slide 8 - Quiz

Die bal wordt hard gegooi..
A
d
B
t

Slide 9 - Quiz

Hij mis.. de penalty.
A
te
B
de

Slide 10 - Quiz

Zij woon.. in Londen
A
de
B
te

Slide 11 - Quiz

PvdA
A
Partij van de Aardbei
B
Partij van de Aambei
C
Partij van de Arbeid
D
Partij van de Angst

Slide 12 - Quiz

Nederlandse verkiezingen werken volgens het districtenstelsel
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Wat is een lijsttrekker?
A
Iemand die bovenaan de namenlijst van een partij staat bij verkiezingen
B
Iemand die een namenlijst maakt van een partij
C
Iemand die gewonnen heeft bij de vorige verkiezingen
D
Iemand die reclameposters maakt voor een politieke partij

Slide 14 - Quiz

Welke bewering is juist?
A
Het kabinet wordt gevormd door alle partijen die in de Tweede Kamer zitten.
B
In de Tweede kamer is plek voor 75 mensen.
C
De Tweede kamer mag geen belangrijke beslissingen nemen
D
Bij de komende verkiezingen wordt bepaald welke 150 mensen van de politieke partijen in de nieuwe Tweede Kamer komen.

Slide 15 - Quiz

Nieuwsbegrip
Finland, het gelukkigste land ter wereld

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

geluk
gelukkig
onderzoek
verschillende
ontspannen
onveilig
geheim
fluitende vogels
hartstikke
armoede
vertrouwen
typisch
bijvoorbeeld
onderzocht
onderzoeken
psycholoog

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Teken een gezicht
schrijf hier zoveel mogelijk woorden in

Slide 20 - Slide

Lichaam
teken een lichaam en schrijf er zoveel mogelijk lichaamsdelen bij.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Stencil enkelvoud-meervoud

Slide 23 - Slide