5 Het fragment is niet-chronologisch, omdat het begint in het heden (oudere Zonne in haar huis met haar vriend) en teruggaat naar haar kindertijd. Dit is een flashback en geen terugverwijzing, aangezien het hele verhaal zich verplaatst qua ruimte en tijd. Pas als het een flashback is, noem je niet-chronologisch. De proloog bevat veel vooruitwijzingen, deze roepen spanning op, bijvoorbeeld de vraag: wat gebeurde er op de momenten waarop zij moesten kiezen? Wat is er nu gebeurd (‘Tot nu’)? Wat is er gebeurd (‘Een meisje dat hetzelfde gevaar loopt’)?