2223 Niv 3 HULP P6 LES 1 (regelingen/ appendages)

• Hulpsystemen
• MBO
• Studiejaar 2

Hulpsystemen Niv. 3

Periode 6, Les 1

Regelkringen en Appendages

STC boek: Hoofdstuk 01

Programma

• Lesdoelen
•  Introductie / opfrissen regelkringen
• Appendages
• Opdracht maken
• Terugblik op de les

Lesdoelen 1 van 2

• Je kan een simpele regelkring herkennen (aan-uit regeling) en je kan hierin aangeven wat er precies aan of uit gaat en waar dit op reageert (bijvoorbeeld druk)
  
• Je kan een complexere regelkring herkennen en hierin aangeven wat er geregeld wordt (bijvoorbeeld een temperatuur) , hoe dit geregeld wordt (bijvoorbeeld doordat er meer of minder water door een koeler gaat of doordat een pomp meer of minder toeren gaat draaien) en waar dit op reageert (welke sensor heb je nodig)
  

Lesdoelen 2 van 2

- Je kan de appendages (zoals afsluiters, meetinstrumenten e.d. herkennen) herkennen. Ook kun je hiervan de verschillende uitvoeringen herkennen, denk hierbij aan de manier van bediening en de afmetingen.

Geef drie voorbeelden van 'dingen' waarvan in je huis automatisch de temperatuur wordt geregeld

Voorbeelden

• Kamertemperatuur
• Temperatuur in koelkast/vriezer
• Temperatuur wasmachine
• Temperatuur computer (of andere elektrische apparaten)

Hoe worden deze temperaturen geregeld?

Kun je ook zeggen wat voor type afsluiter dit is?

Welke eigenschappen heeft deze afsluiter?

Afstandsbediende afsluiters

- Elektrisch

- Hydraulisch

- Pneumatisch

- Altijd ook een feedback signaal

   - Uiterste standen (open/dicht)

   - Continu signaal (regelafsluiters)

Wat zou een voordeel van elektrische bediening kunnen zijn? En een nadeel?

Meest voorkomende  afsluiters

- Vlinderkleppen

- Schuifafsluiters

- Klep afsluiters (incl SDNR)

- kogelkranen

- terugslagkleppen

- Tegenwoordig bijna niet meer : balg en membraanafsluiters

Afsluiters bestellen

- Wereldwijd zijn er verschillende standaardafmetingen, in Europa : DIN bijvoorbeeld DN 200 (pas op in buitenland!)

- Afmetingen afhankelijk van leidingdiameter (binnen), drukklasse en type. 

- Drukklasse moet altijd meer zijn dan te verwachten druk in het systeem, bv PN6 of PN16 

Welke appendages kom je nog meer tegen in leiding schema's?

Overige appendages

- Thermometers, thermoswitches en transmitters

- Manometers, druk schakelaars en transmitters

- Peilglazen, niveauschakelaar en transmitters

- Filters

- Flenzen (blind of bril flenzen)

- etc etc

Opdracht

Een schema bestuderen en beantwoord:

1. Wat wordt hier precies geregeld? (soms meerdere dingen)
2. Waarom is/ zijn deze regeling(en)?
3. Welke type sensor heeft de regelaar hiervoor nodig?
4. Na afloop presenteer je je uitkomsten.
   

Schema 1

Schema 2

Schema 3

Schema 4

Schema 5

Schema 6

Schema 7

Schema 8

Schema 9

Schema 10

Schema 11

Schema 12

Schema 13

Lees eens door een keer of 2!

blz. 21 t/m 44 (gaat over deze les)

blz. 297 t/m 328 (tot blz. 314 oproepen kennis over reinigen)

blz. 314 t/m 326 (gaat over volgende les)

Terugblik lesdoelen

• Je kan een simpele regelkring herkennen (aan-uit regeling) en je kan hierin aangeven wat er precies aan of uit gaat en waar dit op reageert (bijvoorbeeld druk)
  
• Je kan een complexere regelkring herkennen en hierin aangeven wat er geregeld wordt (bijvoorbeeld een temparatuur) , hoe dit geregeld wordt (bijvoorbeeld doordat er meer of minder water door een koeler gaat of doordat een pomp meer of minder toeren gaat draaien) en waar dit op reageert (welke sensor heb je nodig)
  

Lesdoelen 2 van 2

- Je kan de appendages (zoals afsluiters, meetinstrumenten e.d. herkennen) herkennen. Ook kun je hiervan de verschillende uitvoeringen herkennen, denk hierbij aan de manier van bediening en de afmetingen.