Licht en kleur

Licht en Kleur
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Licht en Kleur

Slide 1 - Slide

Planning van de les
  • Opstarten: wat moet je kunnen?
  • Introductie: wat weet je al over licht?
  • Uitleg: 6.1 Licht en kleur
  • Aan het werk: opdrachten maken 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je kunt voorbeelden noemen van een natuurlijke en een kunstmatige lichtbron.
Je kunt beschrijven hoe je voorwerpen in je omgeving ziet.
Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht.
Je kunt uitleggen wat subtractieve en additieve kleurmenging is. (extra stof)

Slide 3 - Slide

Wat weet jij over licht?

Slide 4 - Mind map

Lichtbronnen
Een voorwerp dat zelf licht geeft = lichtbron

  • natuurlijke lichtbronnen
zonder invloed van mensen

Slide 5 - Slide

Lichtbronnen
Een voorwerp dat zelf licht geeft = lichtbron

  • Kunstmatige lichtbronnen
    Heeft menselijke invloed

Slide 6 - Slide

Natuurlijke lichtbron & kunstmatige lichtbronnen.

Slide 7 - Slide

Er zijn natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
Wat is een natuurlijke lichtbron?

A
een haardvuur
B
een kaarsvlam
C
een bliksemflits
D
een olielamp

Slide 8 - Quiz

wat is een kunstmatige lichtbron?
A
zon
B
bliksem
C
sterren
D
kaars

Slide 9 - Quiz

Kaarsen zijn een kunstmatige lichtbron omdat..?
A
Ze geen natuurlijk licht geven
B
Ze door de mens gemaakt zijn
C
In de natuur gevonden worden
D
Ze een natuurlijk licht geven

Slide 10 - Quiz

Wat is GEEN kunstmatige lichtbron?
A
TL-lamp
B
Zon
C
Zaklamp
D
Autolichten

Slide 11 - Quiz

Hoe kun je een voorwerp zien?

Slide 12 - Slide

Je kan pas iets zien als
A
Het een witte kleur heeft
B
Als de lichtstralen je oog raken
C
Als het voorwerp zelf licht geeft

Slide 13 - Quiz

Lichtstralen bewegen in rechte stralen. Ze zijn altijd recht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Wit licht en sceptrum

Slide 16 - Slide

Welke lichtbron geeft GEEN “wit” licht?
A
De zon
B
Een natriumlamp
C
Een gloeilamp
D
Een TL-buis

Slide 17 - Quiz

Waarmee kun je het spectrum laten zien?
A
Trapezium
B
Driehoek
C
Kubus
D
Prisma

Slide 18 - Quiz

Wat is een spectrum op de afbeelding?
A
De driehoek
B
Het invallende licht
C
De kleurenband

Slide 19 - Quiz

Wat is een spectrum?
A
Een prisma.
B
Een kunstmatige lichtbron.
C
Een reeks kleuren.
D
Een James Bond film.

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Kleuren van voorwerpen zien
Je kunt alleen de kleuren van voorwerpen zien waarvan de gekleurde lichtstralen op jouw oog valt. 

                                                  Een voorwerp weerkaatst alleen de  kleur die het heeft.

Slide 22 - Slide

Kleuren zien

Slide 23 - Slide

Een voorwerp dat zelf geen licht geeft, kun je:
A
alleen zien in fel zonlicht
B
altijd zien
C
nooit zien
D
zien als er licht op valt

Slide 24 - Quiz

Een rode trui onder een wit licht word ?
A
Rood
B
Zwart.
C
Grijs
D
wit.

Slide 25 - Quiz

Een rood voorwerp absorbeert rood licht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Een wit voorwerp,
zien we in rood licht als:
A
Roze
B
Zwart
C
Wit
D
Rood

Slide 27 - Quiz

Een groene trui wordt met rood licht beschenen.
Wat gebeurt er?

A
Groen licht wordt geabsorbeerd.
B
Groen licht wordt gereflecteerd.
C
Rood licht wordt geabsorbeerd.
D
Rood licht wordt gereflecteerd.

Slide 28 - Quiz

Een blauw voorwerp
zien we in rood licht als:
A
Blauw
B
Zwart
C
Wit
D
Rood

Slide 29 - Quiz

Aan het werk:

Slide 30 - Slide

Wat ging goed?

Slide 31 - Open question

Wat vindt je nog lastig?

Slide 32 - Open question