Par 2 H4

H4 Kracht en beweging
Vandaag:
- Terugblik par 1 
- Paragraaf 2 'Versnellen en vertragen' 
- Samen oefenen met vragen over bovenstaande paragrafen van H4
- Zelf aan de slag!

Op tafel: Schrift, pen, rekenmachine (Boek B), iPad
Maak aantekeningen! Ik ga dit weer checken
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 Kracht en beweging
Vandaag:
- Terugblik par 1 
- Paragraaf 2 'Versnellen en vertragen' 
- Samen oefenen met vragen over bovenstaande paragrafen van H4
- Zelf aan de slag!

Op tafel: Schrift, pen, rekenmachine (Boek B), iPad
Maak aantekeningen! Ik ga dit weer checken

Slide 1 - Slide

Eerste wet van Newton
Als de resultante van alle krachten 0 N is, is het voorwerp in rust of beweegt het met een constante snelheid in een rechte lijn.

Slide 2 - Slide

3 weerstandskrachten
Schuifweerstand        Rolweerstand          Luchtweerstand

Slide 3 - Slide

H4 Kracht en beweging
Par 2: Versnellen en vertragen


Voortstuwende kracht = aandrijfkracht
Tegenwerkende kracht = werkt tegen 

Slide 4 - Slide

H4 Kracht en beweging
Regels:


Slide 5 - Slide

H4 Kracht en beweging
Par 2: Versnellen en vertragen



Versnelling berekenen

Slide 6 - Slide

Versnelling
Voorbeeld.
Een auto rijdt de snelweg op. Hij rijdt weg wanneer het stoplicht op groen springt. Het duurt 8,3 seconde totdat de auto een snelheid heeft bereikt van 95 km/h.
Bereken de versnelling.

Slide 7 - Slide

Remvertraging
De letter a staat ook voor de remvertraging. 
Voorbeeld.
Een Opel astra heeft een massa van 1300 kg. De remmen leveren een minimale remkracht van 5,2 m/s2
Bereken de grootte van de minimale remkracht.

Slide 8 - Slide

Een auto rijdt weg bij een stoplicht wat op groen springt. Noem twee tegenwerkende krachten.

Slide 9 - Open question

Als de auto weg rijdt werken er meerdere krachten, zowel voor als tegen.
Welke kracht van de volgende is het grootst: wrijvingskracht, windkracht, motorkracht.

Slide 10 - Open question

Wanneer iets een constante snelheid heeft of stilstaat,
dan is de netto kracht ........?
Vul het juiste getal in.

Slide 11 - Open question

Wat gebeurt er met een auto wanneer de nettokracht tegen de bewegingsrichting in werkt?

Slide 12 - Open question

Een fietser stopt voor een zebrapad. Als de fietsen weer opstapt duurt het 4,5 s totdat deze weer op snelheid is. De fietser fietst dan 12 km/h.
Wat was de versnelling van deze fietser?

Slide 13 - Open question