Haardiagnose

Haardiagnose
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Haardiagnose

Slide 1 - Slide

Doelen
Deze les leer je:

Welke haartypen er zijn.
Wat een haardiagnose is.
Hoe je deze uit moet voeren.




Slide 2 - Slide

Haardiagnose

Bij een haardiagnose stel je vast welke kenmerken het haar heeft. 

Dat is nodig om te weten met welk haartype je te maken hebt en welke shampoo of behandeling bij het haartype passen.

Slide 3 - Slide

Waar kijk je naar bij een haardiagnose
  •  Het haartype
  • De haardikte.
  • De veerkracht.
  • De rekkracht.
  • De poreusheid.



Slide 4 - Slide

Haartype
Aziatisch haar
recht en zwart

Europees haar
Dun, golvend, krullend haar

Afrikaans haar
Afrikaans haar = sterk, kroezend onker haar 

Slide 5 - Slide

Welke kleur heeft het haar?



Hoe ziet het haar eruit? Is het haar glanzend en gezond? Is het haar droog, pluizig en dof? Is het haar vet?

Slide 6 - Slide

De haardikte

Je kunt de haardikte meten met een haarmicrometer. Je meet het haar op verschillende plaatsen op de hoofdhuid omdat het haar niet overal even dik is. Het gemiddelde van de 3 plaatsen waar je meet is de dikte van het haar. 

Slide 7 - Slide

Een haar van 0,05 mm tot 0,07 mm dik is normaal haar. Een haar van meer dan 0,07 mm is dik haar. 
Een haar die minder dan 0,05 mm dik is noemen we dun haar.

Slide 8 - Slide

De veerkracht
De veerkracht van het haar kun je meten door met je vlakke hand op het droge hoofdhaar van je medestudent (licht) te drukken. Probeer vast te stellen of de veerkracht groot, gering of normaal is.

Slide 9 - Slide

De rekkracht
De rekkracht kun je meten door één haar tussen duim en wijsvinger te pakken en deze proberen uit te rekken. Probeer vast te stellen of de rekkracht gering, normaal of groot is.

Slide 10 - Slide

De poreusheid
De poreusheid stel je zo vast: houd één haar tussen duim en wijsvinger vast bij de punt. Beweeg vervolgens de duim en wijsvinger over de haar naar boven, richting de hoofdhuid. Voel je weerstand, dan is het haar poreus. Voel je geen weerstand, dan is het haar niet poreus.

Slide 11 - Slide

Waar kijk je nog meer naar? 
Zijn er schilfers zichtbaar?
Vallen er veel haren uit?
Zijn er gespleten haarpunten?
Hoe ziet het haar er uit? Dof, glimmend of glanzend.
Hoe ziet de hoofdhuid er uit? 

Slide 12 - Slide

Praktijk
Van je docent krijg je een praktijkbrief met uitleg wat je mag gaan doen. 


Veel succes!

Slide 13 - Slide