5.4 Nederlandse opstand

Tijd van ontdekkers en hervormers


Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with text slides.

Items in this lesson

Tijd van ontdekkers en hervormers


Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat 

Slide 1 - Slide

Bourgondië
Tijdens de 100-jarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland trekt een van de Franse leenmannen zich niets aan van zijn leenheer. De hertog van Bourgondië weet zijn grondgebied steeds verder uit te breiden door verovereringen en huwelijkspolitiek

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De Nederlanden in het Bourgondische Rijk

De Bourgondische hertogen hervormen het bestuur, ze willen centralisatie. Daarbij vergeten ze de privileges die de Nederlandse gewesten en steden hadden. De gewesten en steden komen in verzet, zij streven naar het behoud van de privileges = particularisme 

Slide 4 - Slide

Karel V
Door vererving wordt de Habsburgse Karel V in 1515 de landsheer van de Nederlanden. Daarbij heeft hij twee doelen:
  • centralisatie 
  • kettervervolgingen

Slide 5 - Slide

Vrienden van Karel V
Gebieden in Zuid-Amerika die zijn veroverd sinds de ontdekking van Amerika door Columbus.
Gebieden die Karel erfde na de dood van zijn vader in 1506
Gebieden die Karel erfde na de dood van zijn vader in 1506
Gebieden die Karel tijdens zijn regeerperiode veroverde.
De uitbreiding van het Ottomaanse Rijk bleef een voortdurende bedreiging voor het rijk van Karel V. Daarnaast was in de Middeleeuwen het christendom de belangrijkste godsdienst in Europa, en de Islam was een grote bedreiging. Karel voelt zich, als koning van Jeruzalem, verplicht om een kruistocht tegen de islam te voeren.
Vrienden van Karel V
Gebieden die Karel tijdens zijn regeerperiode veroverde.
Door de Spaanse veroveringen in Zuid-Amerika wordt hij heerser over een rijk waar de zon nooit ondergaat.
Hoewel Karel officieel keizer van het Rooms-Duitse Rijk was (zwart omlijnd op de kaart), waren veel van de vorsten in dit rijk niet gehoorzaam aan Karel.
Karel had zeer regelmatig oorlog met Frankrijk, tussen: 1521-1526, 1526-1529, 1535-1538, 1542-1544 en 1552-1559. Dit had vooral te maken met de ligging van beide landen, maar ook met macht en invloed in andere landen.

Slide 6 - Slide

Centralisatie 
Door vererving wordt de Habsburgse Karel V in 1515 de landsheer van de Nederlanden. Daarbij heeft hij twee doelen:
  • centralisatie 
  • kettervervolgingen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Centralisatie onder Karel V
  • instelling Collaterale Raden, bestuursraden die advies gaven over belasting, politiek en wetgeving. In deze raden werd de adel steeds meer vervangen door juristen. 
  • Staten-Generaal in Brussel met vertegenwoordigers van alle gewesten.
  • Per gewest Gewestelijke Staten en een stadhouder (voor het contact met de landsheer)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Kettervervolging onder Karel V
Karel V was streng katholiek en verwacht dat zijn volk dat ook is. Ketters werden vervolgd. 
In 1550 vaardigt Karel de Bloedplakkaten uit, protestanten krijgen voortaan de doodstraf

Slide 11 - Slide

Zelf verder 

lees § 5.4 tot de Opstand begint.
Maak opdracht 1  (blz 115)
vaardigheid Continuïteit en verandering

Slide 12 - Slide

Verandering of Continuiteit
  • continu = wat steeds doorgaat, hetzelfde blijft
  • continuiteit in de geschiedenis is een situatie die (ongeveer) hetzelde blijft.

Slide 13 - Slide

Karel V en Willem
Karel V blijft de Nederlandse edelen wel betrekken bij zijn bestuur. Zo ook Willem van Oranje, de hoogste edelman binnen de Nederlanden. Willem groeit zelfs op aan het hof van Karel en later wordt hij stadhouder.

Slide 14 - Slide

Filips II en Willem 
1555- Karel treedt af, Filips II volgt hem op
Ook hij streeft naar centralisatie en kettervervolgingen. Maar hij betrekt de Nederlandse adel niet bij zijn bestuur, benoemt een landvoogdes (Margaretha van Parma) en vertrekt naar Spanje. 

Slide 15 - Slide

Smeekschrift der edelen (1566)
De Nederlandse edelen smeken Margaretha of ze de kettervervolgingen wil matigen. Zij geeft toe; protestanten kunnen nu hun geloof belijden. Ze organiseren hagenpreken.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Beeldenstorm (1566)
Protestanten en criminelen slopen de heiligenbeelden in de katholieke kerken.
Filips II is woest en stuurt de hertog van Alva om de rust te herstellen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Zelf verder 

lees § 5.4 tot de Opstand begint.
Maak opdracht 2 en 3 (blz 115)

Slide 20 - Slide

Hertog van Alva
Zijn missie: centralisatie, kettervervolging en bestraffen van beeldenstormers. 
Raad van Beroerten (bloedraad) - straffen beeldenstormers
Tiende Penning - omzetbelasting (met de opbrengst wordt het Spaanse leger betaald)
Willem van Oranje (en andere Nederlanders) vluchtten voor Alva in Nederland is

Slide 21 - Slide

De Opstand 
1572 - inname Den Briel door de watergeuzen (in  naam van Oranje!)
Andere steden kiezen ook de kant van Van Oranje. Alva verliest terrein, zijn leger trekt zich terug in Antwerpen
1576 - Spaanse furie
Die leidt tot de Pacificatie van Gent, een samenwerking tussen alle gewesten om de Spanjaarden te verdrijven. 

Slide 22 - Slide

Samenwerking?!
De pacificatie was een samenwerking tussen katholieke en protestantse gewesten. Daarom spraken ze godsdienstvrede af. Maar de calvinisten houden zich hier niet aan, daarom
Unie van Atrecht (1579) - Zuidelijke gewesten gaan samenwerken met de Spanjaarden
Unie van Utrecht (1579) - Noordelijke gewesten gezamenlijk tegen de Spanjaarden

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Unie van Utrecht
Gewesten werken samen maar houden ook hun eigen bestuur en godsdienstbeleid.
Filips II is woest en doet Willem van Oranje in de ban.
1581 - Plakkaat van Verlatinghe, Filips II wordt niet langer als landheer erkent.
1584 - Willem van Oranje vermoord
Een andere landsheer wordt niet gevonden, daarom
1588 - Republiek der zeven Verenigde Nederlanden opgericht 

Slide 25 - Slide

zelf verder 
Lees §5.4
maak opdracht 4 en 5
vaardigheid: bruikbaarheid van bronnen

Slide 26 - Slide

Bruikbaarheid van bronnen
  • Levert deze bron informatie over de onderzoeksvraag?
  • Is de bron representatief?
  • Is de bron betrouwbaar?

Slide 27 - Slide