41-1 en 2 1C

Vooruitblik
  • vandaag
  • leerdoelen en criteria 
  • uitleg
  • maken
  • evaluatie
  • vooruitblik wat komt
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vooruitblik
  • vandaag
  • leerdoelen en criteria 
  • uitleg
  • maken
  • evaluatie
  • vooruitblik wat komt

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je rekent met natuurlijke getallen tot 10.000 en je gebruikt de bijbehorende begrippen.

Slide 2 - Slide

Criteria deel 1
  • Je herkent en benoemt eenheden, tientallen, honderdtallen en duizendtallen.
  • Je wijst in een getal aan hoeveel een cijfer waard is.
  • Je telt op en trekt af met duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden.
  • Je geeft aan of een getal even of oneven is.
  • Je benoemt dat plus en min elkaars tegengestelden zijn.
  • Je benoemt al deze getallen als natuurlijke getallen.



Slide 3 - Slide

Criteria deel 2
  • Je gebruikt eenheden, tientallen, honderdtallen en duizendtallen om te vermenigvuldigen en delen.
  • Je legt uit wat een veelvoud is.
  • Je legt uit wat een deler is.
  • Je benoemt dat keer en gedeeld door elkaars tegengestelden zijn.

Slide 4 - Slide

Wat zijn natuurlijke getallen?
0, 1, 2, 3, etc. (denk aan de bladzijden van een boek)
eerste, tweede, tiende, honderdste, duizendste

niet natuurlijk: 
1,5 of 3,14

Slide 5 - Slide

Wat zijn even en oneven getallen?
even = : 2, zonder rest ->  tafel van 2
oneven = : 2, met rest
Na elk even getal komt een oneven getal.
Na elk oneven getal komt een even getal

Slide 6 - Slide

Eenheden, tientallen, honderdtallen en duizendtallen
Eenheden: alle getallen die uit een enkel cijfer bestaan
Tientallen: 10, 20 t/m ?
Honderdtallen: 100, 200 t/m ?
Duizendtallen: 1000, 2000 t/m ?
De waarde van een getal bv. 7654
D                    H                 T                 E
7 = 7000     6 = 600     5 = 50      4

Slide 7 - Slide

Optellen en aftrekken
635 + 182 =                                                              352 - 146 =

635                                                                              352
182 +                                                                            146 -

Slide 8 - Slide

Wat zijn veelvouden?
  • 10 is een veelvoud van 5, want 5 × 2 = 10
  • 27 is een veelvoud van 3, want 3 × 9 is 27
  • 27 is een dus ook veelvoud van 9, want 9 × 3 = 27
  • 10 is geen veelvoud van 3, want:
1 × 3 = 3
2 × 3 = 6
3 × 3 = 9
4 × 3 = 12
Dus het komt nooit precies op 10 uit
  • Elk even getal is een veelvoud van 2                                                      tafels kennen

Slide 9 - Slide

Wat zijn delers?
Het tegengestelde van veelvoud
  • 10 is een deler van 120, want 120 : 10 = 12 en 12 is een natuurlijk getal
  • 16 is een deler van 64, want 64 : 16 = 4 en 4 is een natuurlijk getal
  • 4 is geen deler van 15, want 15 : 4 = 3,75 (rekenmachine) en dat is geen natuurlijk getal
  • De delers van 4 zijn 1, 2 en 4, want:
1 × 4 = 4 (dus 1 is een deler)
2 × 2 = 4 (dus 2 is een deler)
4 × 1 = 4 (dus 4 is een deler, dit kon je ook al aan de eerste regel zien)
  • De delers van 24 zijn 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 en 24
  • 2 is een deler van elk even getal

Slide 10 - Slide

Delen is het omgekeerde van vermenigvuldigen
5 x 2 = 10         <-->        10 : 2 = 5  

Delen met een rest:
52 : 5 = 10 rest 2

Slide 11 - Slide

Maken vandaag:
2.1.1  en 2.1.2                                stil werken


5 min. voor einde les - stoppen (niet opruimen) + evaluatie
timer
15:00

Slide 12 - Slide

Wat is een natuurlijk getal?

Slide 13 - Slide

Wat zijn even getallen?

Slide 14 - Slide

Wat is een veelvoud?

Slide 15 - Slide

Wat is een deler?

Slide 16 - Slide

vooruitblik wat komt
Les 2:
1. herhaling
2. 2.1.2 leerdoelen, criteria en uitleg
3. aan het werk met 2.1.2
4. evaluatie
4. vooruitblik



vooruitblik wat komt

Slide 17 - Slide