Writing an Informal Letter

Writing an Informal Letter
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Writing an Informal Letter

Slide 1 - Slide

Informal letter
Eigen adres op de Nederlandse manier.
-
Datum
-
Aanhef  
-
Brief in alinea’s (witregel tussen alinea’s).
1. Opening - Introductie (waarom schrijf je)
2. Alinea's met daarin de punten v.d. opdracht!
-
3. Conclusie en afronding.
-
Afsluitende zin.  I hope to hear from you soon. (= slotzin)
-
(Voornaam)


Slide 2 - Slide

Name an example of someone you would write an informal letter/email to
A
Your teacher
B
Your friend
C
The mayor
D
Someone you've never met

Slide 3 - Quiz

How do you begin an informal letter in English?
A
Dear Sir / Madam,
B
Hi ....,
C
Hello .....,
D
Dear ....,

Slide 4 - Quiz

How do you end an informal email in English?
A
Greetings,
B
Bye,
C
Love,
D
All the Best,

Slide 5 - Quiz

What's the correct date? (to write in a letter)
A
12 march 2020
B
12 March 2020
C
12th March 2020
D
12-03-2020

Slide 6 - Quiz

Datum
Je eigen adres
Aanhef
Kern (in alinea's)
Afsluiting

Slide 7 - Drag question

SCHRIJFVAARDIGHEID
OEFENEN 
Welcome all! This LessonUp gives you the opportunity to practice with your writing skills!

Up for it?

Slide 8 - Slide

Geef de juiste indeling van de conventies (datum, aanhef en adres)
timer
1:00

Slide 9 - Open question

Wat is de juiste aanhef bij een persoonlijke brief?
timer
1:00
A
Hi Josh,
B
Dear Josh,
C
Yo Josh,
D
dear Josh,

Slide 10 - Quiz

Wat is een goede slotzin?
A
Hey yo, take care.
B
Hugs and kisses,
C
I hope to hear from you soon.
D
See you later.

Slide 11 - Quiz

Wat is een juiste manier om je persoonlijke brief te beëindigen?
A
Yours sincerely?
B
Yours faithfully,
C
Best wishes,
D
Bye man,

Slide 12 - Quiz

OPDRACHT ÉÉN 
Schrijf een ansichtkaart naar je Engelse vriend(in): Anna. Je bent op reis in Londen, Engeland. Het lijkt je leuk om een kaartje sturen naar je vriend(in) die in Engeland woont. Je bent er al drie dagen en hebt al mooie dingen bezocht. Je blijft ook nog twee dagen
en er staan nog mooie dingen op de planning.

Slide 13 - Slide

OPDRACHT ÉÉN  
1. Begroet je vriend(in)
2. Noem hoelang je al in Londen bent ( let op de tijd)
3. Vertel welke drie bezienswaardigheden je al gezien hebt.
4. Vertel hoelang je nog blijft
5. Vertel wat je nog meer wilt gaan doen.
6. Schrijf dat je hoopt gauw van haar te
   horen
7. Sluit af met een passende groet. 

Slide 14 - Slide

1. Begroet je vriendin

Slide 15 - Open question

Noem hoelang je al in London bent

Slide 16 - Open question

Waarom is dit antwoord goed?
Het is belangrijk om in deze zin de Present Perfect te gebruiken, omdat je er al drie dagen bent, maar je er ook nog drie dagen blijft. 
De actie is dus begonnen in het verleden, maar heeft nog invloed op het heden (resultaat)

Belangrijk : ken je Engelse tijden/ onregelmatige werkwoordenlijstje

Slide 17 - Slide

Vertel welke drie bezienswaardigheden je al gezien hebt.
Bv. London Eye, Big Ben, Tower Bridge, Buckingham Palace

Slide 18 - Open question

Waarom is dit antwoord goed?
Belangrijk hierbij is weer dat je de Present Perfect gebruikt, omdat je van plan bent om nog meer dingen te bezoeken. Hierbij moet je letten op je zinsvolgorde.

Volgorde van zinnen heel belangrijk!!!

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Vertel hoelang je nog blijft

Slide 21 - Open question

Vertel wat je nog wil doen.
bv. een bustour door London

Slide 22 - Open question

Schrijf dat je hoopt snel van haar te horen

Slide 23 - Open question

Sluit af met een passende groet

Slide 24 - Open question

How did it go?
Hopefully you now feel confident enough to make your test again. If not, read the document again and try to study the words/grammar and practice

Good luck on your test!

Slide 25 - Slide

Tips schrijfvaardigheid
  • Is Engels lastig? Schrijf dan eerst je zin in het Nederlands op.
  • Maak een kladversie! Een echte versie waarin is gekrast kost punten!
  • Neem een woordenboek mee! Ned-Eng. Je mag niet delen.
  • Denk aan de Engelse woordvolgorde: 
    Wie - doet - wat - waar - wanneer

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video