Spellingcategorie het trema

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Dictee
Check wat jij al weer over het schrijven van woorden met een trema. 
Nodig: schrift en pen/potlood 

Slide 2 - Slide

Dictee nakijken 
tweeën - geüpload - naïef  - vacuüm -  reünie - poëzie 
ruïne -  koloniën - conciërge - beïnvloeden

8 - 10 goed = geen instructie 
0 - 8 goed = instructie 
Geen instructie? Oefenen met zinsontleding en werkwoordspelling   

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Spelling
Vul in: i, ï, ie of ii

Het is nogal lawaa_g hier.

Slide 7 - Open question

Spelling
Vul in: i, ï, ie of ii

De voltoo_ng van een werkstuk.

Slide 8 - Open question

Spelling
Vul in: i, ï, ie of ii

Alles is ge_mporteerd.

Slide 9 - Open question

Spelling
Vul in: i, ï, ie of ii

Veel van gesch_denis weten.

Slide 10 - Open question

Spelling
Vul in: i, ï, ie of ii

De bevloe_ng van het land.

Slide 11 - Open question

Spelling
Vul in: i, ï, ie of ii

Een eenei_ge tweeling.

Slide 12 - Open question

Spelling
Vul in: i, ï, ie of ii

Een alib_ hebben.

Slide 13 - Open question

Spelling
Vul in: i, ï, ie of ii

Een kanar_ willen vangen.

Slide 14 - Open question

Spelling
Vul in: i, ï, ie of ii

De bal_medewerker spreken.

Slide 15 - Open question

Spelling
Vul in: i, ï, ie of ii

De verdraa_ng van zijn woorden.

Slide 16 - Open question

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll