Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2
Staatsrecht
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DirectiesecretaresseMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2
Staatsrecht

Slide 1 - Slide

Weer even in de wet duiken.. 

Art. 9 GW
Art. E4 lid 2 sub d KW
Art. 5 lid 1 sub e AWGB

Slide 2 - Slide

Waar gaan we mee aan de slag?

* je kunt uitleggen wat de drie kenmerken zijn van een staat
* je kunt uitleggen wat een decentraliseerde eenheidsstaat is
* je kunt de kenmerken van een democratische rechtsstaat benoemen
* je kunt het verschil uitleggen tussen klassieke en sociale grondrechten
* je kunt de verschillende grondrechten uit de Grondwet herkennen
* je kunt bepalen welk grondrecht van toepassing is

Slide 3 - Slide

Wat is Staatsrecht?
Beschrijft hoe de Nederlandse staat georganiseerd is.

Bijvoorbeeld: Tweede Kamer, ministers, de koning, gemeenteraad en de burgemeester. 

Bestaat uit o.a.: Grondwet, Kieswet, Provinciewet en Gemeentewet

Slide 4 - Slide

Staatsvorm en regeringsvorm
Wanneer spreken we van een staat?
1. grondgebied
2. inwoners
3. overheidsgezag

Staatsvorm: hoe de bevoegdheden zijn verdeeld tussen landelijke overheid en lagere overheid (provincies en gemeente)
Regeringsvorm: hoe de verhoudingen zijn geregeld tussen het landelijke bestuur en de volksvertegenwoordiging

Slide 5 - Slide

Staatsvorm van Nederland
Gedecentraliseerde eenheidsstaat en democratische rechtsstaat

Vier kenmerken:
1. legaliteitsbeginsel
2. onafhankelijkheid rechter
3. scheiding van de machten
4. grondrechten van burgers

Opdracht: zoek uit wat de vier kenmerken inhouden en is er een wetsartikel van toepassing?

Slide 6 - Slide

Wat is dan democratie?

Wat zijn de voorwaarden voor democratie?

Slide 7 - Slide

Regeringsvorm 
Constitutionele monarchie

Opdracht: zoek uit, met relevante wetsartikelen, hoe de regeringsvorm van Nederland is.
Uit wie bestaat de regering?
Wie mag de troon opvolgen?
Uit hoeveel leden bestaat de Staten-Generaal? 
Om de hoeveel jaar zijn er verkiezen voor de leden van de Staten-Generaal?
Wie is verantwoordelijk voor het handelen van de koning?

Slide 8 - Slide

Grondrecht 

Slide 9 - Slide

Grondrecht
Klassieke grondrechten
Art. 1 t/m 17 GW
Vrijheidsrechten van de burger. 

Sociale grondrechten
Art. 18 t/m 23 GW
Geven opdracht aan de overheid om zaken te regelen

Slide 10 - Slide


1. Gelijkheidsbeginsel

2. Kiesrecht

3. Vrijheid van meningsuiting

4. Recht op privacy
A. Geen toestemming nodig om je mening te uiten

B. Recht op onaantastbaarheid van het lichaam

C. Recht om als volksvertegenwoordiger te worden gekozen

D. Gelijke gevallen op een gelijke manier behandelen

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Opdracht 9, 187 en 211

Slide 12 - Slide