What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H2 alles herhaling les 2.1 2.2 2.3 24
Wat is een ander woord voor basisbehoeften?
A
Primaire behoeften
B
Secundaire behoeften
C
Eten & drinken
D
Armoede
1 / 45
next
Slide 1:
Quiz
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is een ander woord voor basisbehoeften?
A
Primaire behoeften
B
Secundaire behoeften
C
Eten & drinken
D
Armoede
Slide 1 - Quiz
Bij welke sector hoort: vuilnisman?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
Slide 2 - Quiz
Hoe is de verdeling van de beroepsbevolking in armere landen?
A
Meeste mensen werken in een fabriek
B
Meeste mensen werken in de landbouw
C
Meeste mensen werken in de dienstensector
D
Gelijk verdeeld tussen industrie, landbouw en diensten
Slide 3 - Quiz
Waarom trekken nomaden rond?
Welk antwoord is het best geformuleerd?
A
Omdat ze dat leuk vinden.
B
Omdat ze achter de rendierkuddes aangaan.
C
Nomaden trekken rond omdat er rendieren zijn.
D
Nomaden trekken rond omdat zij achter de rendierkuddes aantrekken.
Slide 4 - Quiz
Hoe kan ik aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven
Slide 5 - Quiz
In sommige landen heeft de elite de macht. Wat betekent de elite?
A
een kleine groep rijkste, machtigste of meest geleerde mensen
B
Alle leden van het koningshuis
C
Een groep mensen met veel politieke aanhangers
D
Alle mensen die een land besturen
Slide 6 - Quiz
Wat zijn basisbehoeften?
A
Brood
B
Water
C
een huis
D
A, B en C zijn goed
Slide 7 - Quiz
Eten en drinken is een voorbeeld van ...
A
Basisbehoeften
B
Overige behoeften
C
Niet-noodzakelijke behoeften
D
Secundaire behoeften
Slide 8 - Quiz
De 4 basisbehoeften zijn:
A
Voedsel, recreatie, huisvesting en ziekenhuizen
B
Water, dekens, dokter en onderwijs
C
Voedsel, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs
Slide 9 - Quiz
Als mensen zelf voor voor hun basisbehoeften moeten zorgen is er sprake van
A
arbeidsverdeling
B
ambachtelijke productie
C
zelfvoorziening
Slide 10 - Quiz
Wanneer leeft iemand in armoede?
A
Als hij geen mobieltje heeft
B
Als hij niet aan de basisbehoeften kan voldoen
C
Als hij buiten Europa woont
D
Als hij alleen woont
Slide 11 - Quiz
Hoe noem je een kleine groep rijke mensen in een in land
A
Boeren
B
Massa
C
Nomaden
D
Elite
Slide 12 - Quiz
Een overzicht van je inkomsten en uitgaven noem je een ...
A
Budget
B
Nibud
C
Begroting
D
Excell
Slide 13 - Quiz
Wat is het verschil tussen nomaden en boeren?
A
Boeren gaan van plek naar plek en nomaden niet
B
Nomaden trekken van plek naar plek en boeren niet.
Slide 14 - Quiz
Nomaden hebben geen:
A
Dieren
B
Kinderen
C
Vaste woonplaats
D
tenten
Slide 15 - Quiz
Jagers/verzamelaars waren meestal geen nomaden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Nomaden zijn:
A
Mensen die in tenten leven
B
Boeren
C
Mensen zonder vaste woonplaats
D
Herders
Slide 17 - Quiz
wat hoort NIET bij nomaden?
A
Tenten en hutten
B
Rondtrekken
C
Jagen en verzamelen
D
Voorraad potten
Slide 18 - Quiz
1 .Jagers zijn nomaden, ze nemen hun boomstamkano steeds mee.
2. De Awa in Brazilië zijn nu nomaden.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
Zin 1 = goed, zin 2 = fout
D
Zin 1 = fout, zin 2 = goed
Slide 19 - Quiz
Nomaden hebben een speciaal soort woning nodig. Wat is belangrijk voor nomaden?
A
dat het huis verplaatst kan worden
B
dat hun huis zelfvoorzienend is
C
dat het huis dikke muren heeft
D
dat het huis op palen staat
Slide 20 - Quiz
Welke periode?
A
Prehistorie
B
Oudheid
C
Middeleeuwen
D
Moderne Tijd
Slide 21 - Quiz
Hoe noem je de tijd voordat mensen geschreven bronnen nalieten?
A
Prehistorie
B
Eerste geschiedenis
C
Oudheid
D
Grieken en Romeinen
Slide 22 - Quiz
Goed of fout?
In de prehistorie werd jagen waarschijnlijk door mannen gedaan.
A
Goed
B
Fout
Slide 23 - Quiz
Waarvan maakten de jagers/verzamelaars bijlen en pijlpunten?
A
ijzer
B
klei
C
hout
D
vuursteen
Slide 24 - Quiz
Wat is geen overblijfsel van jagers-verzamelaars?
A
Een vuistbijl van vuursteen
B
Een werpspeer
C
Een aardewerken pot
D
Pijl en boog
Slide 25 - Quiz
A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie
Slide 26 - Quiz
A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie
Slide 27 - Quiz
A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie
Slide 28 - Quiz
A
Voor de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie
C
Tijdens de landbouwrevolutie
D
In de tijd van Grieken en Romeinen
Slide 29 - Quiz
In welk gebied ontstond de landbouwrevolutie?
A
De vruchtbare halve maan
B
Europa
C
Azie
D
De vruchtbare cirkel
Slide 30 - Quiz
Hoe noem je deze grote verandering van jagers naar boeren?
A
Landbouwrevolutie
B
Levensomstandigheden
C
Economie
D
Samenleving
Slide 31 - Quiz
Wanneer vond de landbouwrevolutie plaats en waar?
A
1000 v.C. in Iran
B
10 000 v.C. in Irak
C
100 000 v.C. in Nederland
D
1 000 000 v.C. in Egypte
Slide 32 - Quiz
Welke middelen van bestaan hadden de mensen vóór de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt
Slide 33 - Quiz
Wat betekent het begrip 'landbouwrevolutie'?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw
B
De overgang van landbouw naar fabrieken
C
De overgang van landbouw naar jagen en verzamelen
D
De overgang van jagen naar verzamelen
Slide 34 - Quiz
Waarom was de landbouwrevolutie eigenlijk geen echte revolutie?
A
Hij duurde te kort, terwijl een revolutie altijd heel lang duurt
B
Het was geen grote verandering, en een revolutie is dat wel
C
Er bleven ook nog jager-verzamelaars bestaan
D
Hij duurde heel lang, terwijl een revolutie juist heel snel is
Slide 35 - Quiz
wat is een consument
A
koper
B
verkoper
Slide 36 - Quiz
Ik pluk appels om appelsap te maken.
A
Ik ben een consument
B
Ik ben een producent
Slide 37 - Quiz
Ik maak speelgoed aan de lopende band.
A
Ik ben een consument
B
Ik ben een producent
Slide 38 - Quiz
werken de meeste mensen in de landbouw, industrie of diensten?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
Slide 39 - Quiz
Wat is geen beroepssector?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Zorg
D
Diensten
Slide 40 - Quiz
Bij welke sector hoort: tomatenkweker?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
Slide 41 - Quiz
Bij welke sector hoort: docent?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
Slide 42 - Quiz
In welke beroepssector werken de boeren?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
Slide 43 - Quiz
Bij welke sector hoort fabrieksarbeider?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
Slide 44 - Quiz
Het werk wat mensen doen wordt opgedeeld in drie sectoren, namelijk
A
landbouw, visserij en industrie
B
landbouw, industrie en diensten
C
visserij, industrie en diensten
D
landbouw, akkerbouw en visserij
Slide 45 - Quiz
More lessons like this
Test jezelf H2.
November 2020
- Lesson with
31 slides
Mens en Maatschappij
Voortgezet speciaal onderwijs
Jagers werden boer
December 2018
- Lesson with
28 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
MM 1K - 2.4 Welk werk kun je doen? (les 12)
November 2020
- Lesson with
13 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Jagers werden boer
May 2019
- Lesson with
45 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Geschiedenisleraar.nl
Jagers werden boer
September 2018
- Lesson with
45 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Geschiedenisleraar.nl
Jagers werden boer
September 2019
- Lesson with
45 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Geschiedenisleraar.nl
M&M - H1 - 1.2 Het leven van de eerste boeren
September 2024
- Lesson with
22 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
M&M - H1 - 1.1 Het leven van jagers en verzamelaars
September 2024
- Lesson with
21 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1