Paragraaf 5.2 Regionale verschillen

5.2 Regionale verschillen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

5.2 Regionale verschillen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
  • Kun je beschrijven hoe Duitsland in twee staten was verdeeld.
  • Kun je beschrijven welke verschillen er waren tussen oost en west.
  • Kun je de gevolgen van die verschillen tussen oost en west beschrijven voor de bevolkingsontwikkeling en de voorzieningen in Oost-Duitsland.
  • Kun je beschrijven en verklaren hoe de groei en krimp in de rest van Duitsland is verlopen.

Slide 2 - Slide

Twee staten
  • In delen van Oost-Duitsland: veel krimp.
  • Het grote vertrekoverschot in
Oost-Duitsland heeft te maken met de periode na de WO II.
  • In deze periode bestond Duitsland uit 2 staten.

Slide 3 - Slide

Twee staten - maak de juiste combinaties

Slide 4 - Slide

Twee staten
Staat 1: Oost - Duitsland DDR
  • Communistisch.
  • Alles in handen van de staat.
  • Dictatuur – onder invloed van Sovjet Unie.
  •  Lage welvaart
  • Grote vertrekoverschot naar
    West - Duitsland.


 

Slide 5 - Slide

Twee staten
Staat 2: West-Duitsland:BRD
  • Kapitalistisch.
  • Democratisch.
  • Veel vrijheid.
  • Hoge welvaart
  • Onder invloed van de VS.

Maak aantekeningen!!

Slide 6 - Slide

Berlijn
  • De hoofdstad werd ook in 2 verdeeld.
  • Oost - Berlijn: Bij Oost - Duitsland
  • West - Berlijn: West- Duitsland
  • Veel mensen gingen van oost naar west Berlijn.
  • Bouw Berlijnse muur: 1961.
  • Val van de muur in 1989.
Maak aantekeningen!!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Krimp in Oost Duitsland
  • 1989: Oost-Duitsland en
 West-Duitsland werden herenigd.
  • Duitsland werd 1 land.

  • Grote regionale verschillen: 
  •  westen: modern, rijk.
  • oosten: vervallen, arm.
  •  Grote vertrekken (jonge mensen) uit oost naar west.
 

Slide 9 - Slide

West - Duitsland
Oost - Duitsland
Bevolkingsgroei door voornamelijk jongeren die komen werken
Landbouw moderniseert na 1989: minder werknemers nodig, dus hoge werkloosheid.
Lage werkloosheid
Veel krimpgebieden
( jongeren trekken weg)
Veel vergrijzing (bejaarden blijven over EN laag geboortecijfer)
Krimp van voorzieningen, dus nog meer vertrek van jongeren
Braindrain

Slide 10 - Slide

Groeiregio's 

  •  In het oosten van Duitsland is Berlijn de enige groeiregio.
  •  Berlijn kent veel voorzieningen, studiemogelijkheden en werk.



  •  In het westen en zuiden van Duitsland zijn er meerdere groeiregio's. 

  • München kent de grootste groei. Hier is veel werk in de moderne industrie of in de dienstensector te vinden (aantrekkingsfactor).
Krimpregio

  • In het oosten van Duitsland zijn er veel krimpregio's.

  • Dit zijn vooral de oude industriegebieden en landbouwgebieden met een hoge werkloosheid (afstotingsfactor).
  • Werkloosheid kwam, omdat ze in West-Duitsland alles beter konden maken dan in Oost-duitsland 

  • Ook in het westen van Duitsland zijn er krimpregio's te vinden:  Ruhrgebied.
 Ook hier is een hoge werkloosheid door de vervallen industrie.

Slide 11 - Slide

München = groeiregio: veel werk in de moderne industrie of in de dienstensector 
Berlijn is ook een groeiregio

Slide 12 - Slide

Ruhrgebied krimpregio
Oost - Duitsland  kent veel krimgebieden

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Leerdoelen 
  • Kun je beschrijven hoe Duitsland in twee staten was verdeeld.
  • Kun je beschrijven welke verschillen er waren tussen oost en west.
  • Kun je de gevolgen van die verschillen tussen oost en west beschrijven voor de bevolkingsontwikkeling en de voorzieningen in Oost-Duitsland.
  • Kun je beschrijven en verklaren hoe de groei en krimp in de rest van Duitsland is verlopen.

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken 
Maak opgave 1, 2, 4, 5a, 7, 8a en 9b van H5.2

Slide 16 - Slide

Oost-Duitsland was tot 1989
A
kapitalistisch
B
communistisch

Slide 17 - Quiz

Na WO II was DE verdeeld in 2 staten.
Noem 3 kenmerken van
Oost - Duitsland DDR

Slide 18 - Open question

Noem 3 kenmerken van
West- Duitsland (BRD)

Slide 19 - Open question

Waarom is in 1961 de Berlijnse muur gebouwd?

Slide 20 - Open question

In welk jaar valt de Berlijnse muur
(en het communisme)
A
1956
B
1963
C
1975
D
1989

Slide 21 - Quiz

In je boek staat dat veel mensen het oude Oost-Duitsland verlieten, dat waren vooral....
A
oude mensen
B
jonge mensen

Slide 22 - Quiz

Na 1989 moderniseerde de landbouw op het platteland van Oost - Duitsland. Wat was het gevolg hiervan?

Slide 23 - Open question

De krimp van de bevolking heeft in
Oost - Duitsland ook grote gevolgen voor de voorzieningen gehad. Leg uit

Slide 24 - Open question

Noem een afstotingsfactor van Oost - Duitsland

Slide 25 - Mind map

Noem een aantal aantrekkingsfactoren van West - Duitsland

Slide 26 - Mind map

Wat is NIET een goed voorbeeld van een afstotingsfactor?
A
Goed bereikbaar
B
Hoge werkloosheid
C
Veel leegstand van huizen
D
Slechte bereikbaarheid

Slide 27 - Quiz

Wat is NIET een goed voorbeeld van een aantrekkingsfactor
A
Goed bereikbaarheid
B
Lage werkloosheid
C
Veel leegstand van huizen
D
Lage belastingen

Slide 28 - Quiz

Veel jongeren trekken weg uit het oosten van Duitsland.
Dit heeft geleid tot een braindrain.
Geef de oorzaak waardoor het wegtrekken van jongeren uit het oosten van Duitsland heeft geleid tot een braindrain.
A
Het oosten van Duitsland is kansrijk voor veel jongeren
B
hoog opgeleide jongeren trokken weg
C
Er is veel moderne landbouw in het Oosten van Duitsland
D
Het Ruhrgebied (vlak over de grens) is een grote trekpleister

Slide 29 - Quiz

De leegloop in het voormalige Oost-Duitsland is dramatisch. Welke stad is daarop een uitzondering?
A
Hamburg
B
Munchen
C
Berlijn
D
Magdeburg

Slide 30 - Quiz

CSE Vraag:
Naast migratie uit het buitenland bestaat in Duitsland ook binnenlandse migratie.
Geef een reden waarom de binnenlandse migratie zich voornamelijk op het zuiden van Duitsland richt.

Slide 31 - Open question