Future tenses

Grammatica:

Toekomende tijd
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Grammatica:

Toekomende tijd

Slide 1 - Slide

Read the sentences.
  • We will get you some tea and a slice of cake.
  • Amy won't go to Spain this summer
  • Will they be home at six o'clock
  • Jo and Tim are not going to run a marathon
  • It isn't going to rain. Just look at the sky.
  • That car is out of control. It is going to crash.

Slide 2 - Slide

Will 
  • Om aan te geven dat er iets in de toekomst gaat gebeuren.
  • Bij beloftes, aankondigingen en besluiten
  • Een voorspelling ZONDER bewijs.


Will (not) + hele werkwoord

Slide 3 - Slide

Complete the sentence:
I swear, I .... ... you back (betalen)

Slide 4 - Open question

Wat zijn de vormen van TO BE?

Slide 5 - Open question

Going to
  • Om aan te geven dat iemand in de toekomst van plan is.
  • Voorspelling MET bewijs


To be vorm + going to + hele werkwoord

Slide 6 - Slide

Complete the sentence:
I ....... my grandmother tomorrow. (bezoeken)

Slide 7 - Open question

Present continuous

Slide 8 - Slide

Present continuous
  • Afspraken in de nabije toekomst.
  • Tijd en/of plaats staan vast.

Vorm van To Be + hele werkwoord + ing

Slide 9 - Slide

Present simple

Slide 10 - Slide

Present simple
  • Bij tijden volgens een vaste schema.


Slide 11 - Slide