Hoofdstuk 4 Paragraaf 3 De Holocaust

Paragraaf 4.3 De Holocaust
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 4.3 De Holocaust

Slide 1 - Slide

Hoe onderdrukten de Duitsers, de Nederlandse bevolking?

Slide 2 - Open question

Wat deden mensen die in het verzet zaten?

Slide 3 - Open question

Leerdoelen deze les: 
• Je kan uitleggen wat een vooroordeel is. 

• Je kan uitleggen wat antisemitisme is.
 
• Je kan uitleggen wat rassenleer.

• Je kan uitleggen hoe Adolf Hitler in rassenleer geloofden.  

• Je kan 6 voorbeelden noemen hoe Joden gediscrimineerd werden.

• Je kan 2 voorbeelden noemen hoe de Duitsers, de joden vermoordden.

• Je weet het verschil tussen een vernietigingskamp en een doorgangskamp. 

• Je kan een voorbeeld van een doorgangskamp noemen in Nederland.

• Je kan een voorbeeld van een vernietigingskamp noemen.

• Je kan uitleggen wat gedeporteerd worden betekent.
• Je kan uitleggen wat de holocaust is.
• Je kan 5 andere groepen noemen die naast de joden vermoord werden tijdens de holocaust.

Slide 4 - Slide

Antisemitisme
Anti=Tegen
Sem= Nakomelingen van Sem

Gebasseerd op vooroordelen

Vooroordeel=Meningen die niet gebasseerd zijn op feiten. 

Slide 5 - Slide

Geef een voorbeeld van een vooroordeel dat jij hebt.

Slide 6 - Open question

Rassenleer
Onjuiste theorie tussen mensenrassen. 

Hitler geloofden dat het jodendom geen godsdienst was maar een ras. 

Slide 7 - Slide

Rassenleer
De joden bedreigen het Arisch ras. 
Ariers waren: 
  • Germanen
  • Blond haar
  • Blauwe ogen
  • Witte huidskleur

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Vervolging Joden vanaf 1933
Hitler komt aan de macht: 

  • Begin(joden worden in het openbaar vernederd)
  • Discriminatie wetten (Joden verloren burgerrechten)
  • Niet trouwen (met Joden)
  • Zonder rechtzaak doodstraf (Geexecuteerd) 

Slide 10 - Slide

Volkerenmoord
1941: Endlosung (Definitieve oplossing voor het Joodse 'probleem'

Doel: 
Vermoorden van alle joden in Duits bezet gebied


Slide 11 - Slide

Volkerenmoord
  • Eerste Duitse oplossing: Executeren: Doodschieten van de joden. 
  • Tweede Duitse oplossing: Vernietigingskampen: Speciaal gebouwde kampen met als doel het zo snel mogelijk vermoorden van de joden. 

Slide 12 - Slide

Vernietigingskampen
  • Kampen speciaal ingericht om zo effectief mogelijk het moorden te organiseren. 

  • Joden kwamen via doorgangskampen in de vernietingskampen. Zoals Westerbork in Drenthe. 

  • In de doorgangskampen werden de joden verzameld gedeporteerd (weggevoerd) naar de vernietingskampen. 

Slide 13 - Slide

Vernietigingskampen
  • In het vernietigingskamp werden mannen en vrouwen gescheiden. 

  • Sterke mannen en vrouwen werden gescheiden van de ouders, kinderen en zieken. 

  • Ouders, kinderen en zieken werden meteen gedood in gaskamers. 

Slide 14 - Slide

Holocaust
  • 6 van de 11 miljoen joden in Europa werd vermoord. 

  • Deze genocide heet de Holocaust. 

  • Naast Joden werden ook Roma, Sinti, homo's, Jehova's en gehandicapten tijdens de Holocaust vermoord. 

  • Percentage het hoogst in Nederland

Slide 15 - Slide

Aan de slag:
  • Maken Paragraaf 4.3.
  • Verder met Paragraaf 4.4

Slide 16 - Slide

Wat zijn vooroordelen?

Slide 17 - Open question

Noem een voordeel met discriminerende wetten.

Slide 18 - Open question

Huiswerk
  • Maken Paragraaf 4.3.
  • Leren leerdoelen paragraaf 4.3

Slide 19 - Slide