This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 55 min
Items in this lesson
Lesprogramma
§ 6.1 Het zintuigenstelsel
§ 6.2 Voelen, ruiken en proeven
§ 6.3 De ogen
§ 6.4 De iris en de ooglens
§ 6.5 Het netvlies
§ 6.6 De oren
D-toets
Slide 1 - Slide
§ 6.1 Zintuigen
Lesdoel:
Je kunt de werking van zintuigen beschrijven
Je weet waar de gezichtszintuigen, gehoorzintuigen en de evenwichtszintuigen liggen.
Je weet wat adequate prikkels zijn
Slide 2 - Slide
§ 6.1 Het zintuigenstelsel
Zintuig: orgaan dat prikkels uit de omgeving opmerkt
- ogen
- oren
- neus
- tong
}
Zintuigenstelsel
Slide 3 - Slide
Het ontstaan van impulsen
Impulsen ontstaan als een prikkel sterk genoeg is.
Drempelwaarde: de zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt
Adequate prikkel: type prikkel waar een zintuig gevoelig voor is
- een prikkel lager dan de drempelwaarde veroorzaakt
dus geen impuls.
ogen - licht
oren - geluid
neus - geur
tong - smaak
huid - tast, druk, warmte en koude
Slide 4 - Slide
Waarneming
Drempelwaarde is niet altijd even hoog
Gewenning: minder impulsen door prikkels die er lange tijd zijn
Motivatie: Wanneer je iets heel graag wilt, wordt de
drempelwaarde lager
- dragen van kleding
- dragen van een petje of ring
Slide 5 - Slide
Waarneming
Slide 6 - Slide
Verwerking
Maken: opdr. 1 t/m 4
In 2-tallen: Practicum 2 Reactietest blz. 82 in je werkboek
Klaar: - Nakijken
- biologiepagina
- mind-map maken - samenvatting schrijven/typen
Slide 7 - Slide
Hoe noem je alle zintuigen samen?
Slide 8 - Open question
Jorick is een jaar geleden verhuisd naar een drukke straat. In het begin hoorde hij het lawaai van het verkeer. Nu valt hem dat niet meer op. Hoe noem je dit verschijnsel?
Slide 9 - Open question
Hoe noem je de prikkel waarvoor een zintuig de laagste drempelwaarde heeft?