PolitiekVerlichte denkers vroegen zich met rationalisme en optimisme af hoe de politieke situatie verbeterd kon worden.
John Locke stelde dat koningen en regeringen hun macht van de burgers hebben ontvangen, niet van God. Het was in een rechtsstaat de taak van de overheid om de mensenrechten (Bijv. recht op leven, vrijheid en bezit) te beschermen.
De overheid staat niet boven de wet. Wanneer bestuurders niet meer de goedkeuring van het volk hebben, mogen ze worden vervangen.
Ook Rousseau meende dat de soevereiniteit bij het volk ligt
en dat de overheid het gezag moet uitoefenen in naam van
het volk. Rousseau noemde de volkssoevereiniteit
‘de algemene wil’.